
■ fl
HP HL
Iß I ;
i r
onder de Schryvers een algemeen gebruik
om voor hunWerk een Voorberigt te ftellen:
daar zyn der, die fulx aanmerken als een enkele
versiering, en iets dat ter fake niet en
diend. Andere wederom , enweldemee-
ftén, oordeelen dat het een voiflage noodfaakelykheid
i s ; en hier van geven z y deefe Reedenen: Eerftelyk, dat
men uyt de Voorreden een befeffing kan maken van des
Schryvers voorneemen, w a tfto f, enhoedanighyhetfel-
veftaat te behandelen, en ’tgeenonsaanleyding, en een
feekere gemakkelykheid geeft om van zyne verhandeling
in ’t vervolg des te beter begrip te krygen. Ten tweeden;
fo falmen uyt de Voorreden ook ten naaften by van de be-
quaamheid des Schryvers können oordeelen , o fw y van
den felven eenige voldoening hebben te wagten o f niet.
Dog 'vvy willen het gefeyde ortgevonnift laten, en maar
alleen feggen, dar w y het voorbeeld van de laatfte in dee-
fenfullen volgen.
De Weereld is tegenwoordig fodanig vervuld met al-
derhande flag van Boeken , dat het by na onmogelyk
fchynd iets nieuws ( ’t en z y *er weder nieuwe Weerelden
ontdekt werden) aan het ligt te brengen, daar en is by-
naa geen Land o f Volk in jde geheele weereld, o f veele
Schryvers hebben fig ontledigd, om bredelyk in hun na-
gelate fchriften van defelve te gewagen, en daarom foude
ik my niet hebben derven vermeeten tot meerder vervulling
nog iets feldlaams hervoortte brengen;' dog het aaloude
, en voor veele Eeuwen bekende fpreekwoord der
Romeinen, als dat A frica altoos iets nieuws o f vreemds
voortbaengd, moetnogmaals bewaarheid werden: want
de K u ß van Guinea een gedeelte van A fr ic a , en niet van
fVeft-Indien, als eenige meenen, ( want kV?f t -Indien is in
Ame-
\_America gelegen , en dieshalven een geheel ander wee-
relds-decl, als dit, waar van wy fullen handelen) is niet
alleen aan ons Landsgenoten, maarookgeheel Europa,
nog voor het merendeel onbekend, wylvan het felve tot
nog toe geenfondcrlinge befchry ving in ’t ligt gekomen i s ,
uyrgefonderd’tgeene men hier en daar in andere Boeken
vindingelaft; dog ik heb ondervonden, dat het voor het
meerendeel niet meer dan verdigtfêlen z y n , dewelke met
de waarheid weinig overeenkomft hebben, en dieshalven
is ons van Guinea niet anders, dan een ruwe fchets, en verward
denkbeeld gegeven.
Ik heb my weleer voor eengroot L ief hebber van goede
Boeken derven verklaren, voornamentlyk van Hiftorien
en Reis-befchryvingen, vermits ons defelve in veele zaken
konnen dienen , en wel voornamelyk, datwydaar
door geleerd en onderweefen werden, om alderhande we-
tenfehappen en zeden der buytenlandfe Volkeren te kennen,
en nog daar en boven onfe nieuwsgierigheid, welke
ieder menfeh als aangeboren is , op het aldermeefte te voldoen.
De R eisbefchry vingen heb ib van myne eer fte jonkheid
a f gelief kooft, en ben altoos tot defelve gene:gt geweeft,
foo by aldien ik my maar eenigfins kon beloven, datfc van
geloofwaardige Schryvers waren te famen gefield.
Dog foo groot myne geneegentheid voor de foodanige
was, fo groot was ook myn a f keer van de geene , welke
lig niet ontfien, de menïchen een deel verdigtfelenvocr
fuyvere waarheden op te veylen: want nademaal z y felfs
noyt uythun Vaderl ndgewelf zyn , foo neeinen fy fon-
der behoorlyk onderfoek alles voor waarheid aan wat haar
van vreemde Landen werd meede gedeeld , en geven’t
ook even foo weder over, in navolging van A r ifto te le s,
d ie , foo ons nagelaten is , een Befchry ving door A lexan -
* * ders