
100 B E S C H R Y V I N G
Goud-Kuft alleen niet wilde laten affecten , maer ook be-
geerig fyt té weeten, de gefteldkeid Atv Landen en Plaetfej?,
daer onfe Maetfchappy, en andere, hun Slavenhandel dry ven;
en om my ter deegen aen den arbeid te helpen, fodoet UE.
als een toegift hier noch by een verfoek, om de geheele Kufl van
Guinea voor ÜE. open te leggen.. Wel, Amice? was hetniet
genoeg, om my dus dapper aen den arbeid te helpen, Tonder
my daerenboven noch te foppen, dat de leedigheid, voor-
namentlijk hier te Land, feer nadeelig is voor ’s menfchen ge-
fondheid, en dat, om defelvete onderhouden, hethoognoo-
dig is, eenig handgebaer te hebben , even of ik buiten deefe
beefigheid mijn tijd met op At rug te leggen doorbragt. Met
deefegedagten'tt voeden, foude UE. fig felvenfonderlingbedriegen,
wantymand die eenigfints van een leevende Geeft is,
kan ’t hier noit aen werk ontbreeken. De lutje leediggang is
hier, en fo ook, vermeen ik, in At geheele weereld, eenlijk
het deel van de Suffers, welke byna felfs niet weeten datfe,
• o f waerom datfe keven; en om te toonen , dat ik vanderfelver.
getal niet en ben, fo fal ik UE. fijn verfoek alleen niet
voldoen (terwijl het UE. hier vooren al ten naeften byheb
toegefegt) met UE, fo veel van Guinea te fchrijven , als ik
felfs onderfogt heb, maer ook felfs van die Landen, daer ik
noit ben geweeft, of ook oit meen te koomen ; derhalven
ook voor de waer- of onwaerheid van ’t felve niet begeer in te
ftaen. Doch echter derf ik wel feggah , dat de geene, aen
wien deefe 'berigten fal vertrouwen, in faken van meerderbe-
lang, geloof by my hébben verdiend; en dies ben ik van gedachten
, dat ’er niet ongerymds in fal koomen.
Ik fal het UE., fo als het my werd aengebragt, latentoe-
koomen, fonder dat ik’er iets van het mijne by of af fal doen,
ten ware my haer manieren van ontwerp mogt mishagen, en
dat ik ’ t derhalven op de tot noch toe gehoudene trand wilde
brengen, ’t geen ten uiterften alles fal zijn, dat ik’ermee-
ne aen te doen; en op dat UE. voor af mogt weeten , wat
'JLdndftreeken dat het fullen zijn , fo diend tot UE. narigting,
als dat vati Ardra af, de geheele Guineefe Bogt door , tot aen
Rio de Gabon, myn werk niet en is, mitsgaders At Landftreek
bevjeften
V A N D E S L ' A V M U S T. ioi
beweften de* Goud-Kuft; als van het Goud-Riviertje tot aen Ca-
bo Monte. Doch al het overige moogtUE. voor het mijne
neemen, als niet 1 onder eigen ondervinding daer vanfpreekendeb
i t dan mijnes achtens genoeg tot UE. narigting gefegt
weefende, fo neeme ik een fenvang, om US. het overige, en
van my doorwandelende deel van Guinea, te befchnjven.
t/E. gelieve fig te errinneren, dat ik in mijnen vyfden Brtej
de Goud-Kuft hebbe gceindigt met het DorpTonni, alhoewel
het Goud van noch een weinig meer neerwacrds heen, tot ons
werd gebraet, namentlijk uit hetGoudryke landfchap Quahoe, t \ Goudryke
geen achter deefe Landftreek legt, doch weegens de weinige L.ndfchap
kennis, welke ik van dat Land heb, alsook, om dat de In- ^ n,hoe'
woonden van dien haer Handel voor het meerendeel door A-
quamboe, aen Acra koomen drijven, foofal ik, dit overilaen-
de j my eenlijk aen de Z eekant houden > met te leggen > dat
AtLandftreek tuffchen Ponni en Rio Volta ontrent een lengte
van dertien mylen weegs beflaet , werdende bewoond door Acra-
fe , Lampife, en Aquamboefe Negros.
De Lampife hebben hier hun eigen Koning , _ met de naem c honingais
K oningvan Ladingcour, doch metterdaed is hy^, en fyn £ OHr>a
Onderdanen (indien menfe flegts fo mag noemen) t eenemael wiens K0.
die van Aquamboe onderdanig , naer wiens wil en welbehagen ningenon-
hy fijn levenswandel moet rigten; want om het alderminfte on-
genoegen dat hy, of de fijne, aen die van Aquamboe koomen hoorfae[J '
te geeven, werdenfe van defelve fo jammerlijk geftrajt, dat- heipvanA-
fe het eenigc jaren lang moogen heugen, het welk dan noch quamboe
al de naem van fagtmoedig en goedertierend draegt; want byal-
dien het den Aquamboefen Koning maer in de kop koomt, fo tyds feer
laet hyfe feer‘ ligt een geheele voet korter maken; welke ftrafved moeten
fy , fonder het minftetegenfpreeken, moeten ondergaen, als 'yd«1-
voerende die van Aquamboe over haer immers fo een volftagen
Gefag, als over fijn eigen Onderdanen.
LAzt Land is hier langs heen redelijk wel bevolkt, tamelijk Deefe Land-
vrugtbaer, doch by uitneementheid rijk in Vee, als Koebeeften, ftreek is feer
Varkens, Schapen, Hoenders, enz.., dewelke hier dagelijks door ry In ee>
de Swarte van de Goud-Kuft redelijkgoed koop, en in een groote