
en waerom
fulks werd
gedaen.
De Slaven
werden
met weinig
in dèGevan-
genhuifen
onderhouden.
Werden geheel
nackt
150 B E S C H R Y V I N G
’t vier, om al de geene, die wy voor goed hebben uitgekoofen,
daer meede op de borft te merken.
Dit gefchied, op dat wy defelve uit de Slaven der Engel-
Jchen, Franfchen, of wie het fyn mag , en die meede in t
felve Gevangenhuis fitten , fouden konnen onderkennenjwant
fy hebben de hare meede met hun Fe eken gemerkt. Ook gefchied
dit merken, op dat de Swarten onfegoede Slaven niet te-
gens andere fiegfe (daerfe anders een fraei handje van hebben)
fouden koomen te verruilen.
Deefe Handeling, geloof ik , komt UE. wat wreed en half
barbarifch te vooren; doch vermits het uit modfdkelykheid gefchied
, fo moet het’er fo mee doorgaan ; doch echter dragen
wy fo veel mogelyke forg, datfe niet te hard werden gebrand,
voornamentlyk de Vrouwlieden ", die doch altoos wat
teerder vallen. _ .
Over ’t koop maken van deefe Slaven houden wy onsfelden
lang op; want defelve hebben hun gefette prys, en de Vrouwen
een vierde of vyfde deel beter koop als de Mannen. De <pue-
flie, die wy met de Meejlers der fëlvér Slaven fouden konnen
hebben, mogt hier in beftaen , dat wy haer fodanige Koop-
manfchappen, als fy cjuamen te eifchen, niet en wilde geevcn»
voornamentlyk Boefies,ft welk ik meermalengefegt heb het geld
van dit Land tt zy n) waer op fy feer fyn gefet;doch wy maken hier
ontrent een verdeeling, om het eenz goed nevens het ander at
tefetten; behalven noch dat de Slaven, die in Boef es werden
betaald, onfe Maetfcbappy de helft meerder als van andere^oe-
deren komen te kotten. De prys van een Slaef of Slavin is ge-
meenlyk .......gulden.
Wanneer wy nu met de Eigenaersvan Ac Slaven over een fyn
gekoomen» fo werden defelve Weeder in t Gevangenhuis ge-
bragt, waer datfe voortaen op onfe reekening enkoften blyven;
' doch met twee Jluivers daegs kan men een Slaef onderhouden,
maer dan fittenfe, als de Misdadigers by ons » op water en
brood : derhalven.wy, en ook om de kof en voor te köomen>
defelve by de eerfte geleegentheid aen boord van on{eSchee-
pen laten brengen: doch bevoorens nemen hun Meeflershztt
alles af, watfe om en aen hebben; dies fy fo naekt, als haer
Moe-
V A N D E S L A V E - K Ü S T . 151
Moeder hun gebaerd heeft, aen boord verfchynen, en fo weln3 $<> Scbee-
Vr ouwen als Mannen voortaen ook fo blyven; ten fy de Schip-
pers barmhartig genoeg waren (gelyk meeftetyds gebeurd) om
haer iets te geeven, waer meede fy haer Schamelheid mogten
bedekken.
,, UE. foude fig verwonderen over ’t leeven van deefe Slaven Geregeld
binnen Scheepsboord-, want fchoon der felver getal fomtyds fes y^schr°^ en
afevenhonderdfluks beloopt, fo gaet, door de goede beftie- sbJen bin-
ring van onfe Schippers, alles fo gereegeld toe, dat hetonge- nenSchaeps-
looflyk fchynt ; en hier in overtreft ons volk alle anderé Eu- boord.
ropianen-, want daer het op een Franfch , Portugeejch en En-
gelfch Slave'-fchip altoos even morflig, vuil en ftinkendis,daer
fyn in tegendeel onfe Scheepen meeft altyd even rein en finde-
lyk.
. Drjemael daegs werden de Slaven gefpyft met redelyke goede
kofl, en beeter als fy in haer eigen Land hebben gehad.
Haerliederyïaef/’/flffr is in tween verdeeld, Mans en Vrouwen
yder byfonder. Hier leggenfe fo digt by een, als de Hanne-
kens'die met de Veerman Van Haffelt tot ons overkoomen, en
een yder Varkens-vragt, namentlyk een Schelling, betalen.
Somtyds hebben wy meteen deel Slaven, uit feeker Land- Inbeelding
fchap, wat ver van Strand geleegen , niet weinig te doen ;
want deefe onnoofele Duivels maken malkander wys , dat wy fisdat'wy'
haer om geen, andere, reeden koopen en vervoeren, als om haer ben vervoe-
wel ter deegen te meflen, en namaels voor een lekker beetje op renomop te
te knappen. eeten j
Wanneer het ongeluk mywil, dat’er veele van ditflagvan
Slaven t'Scheep zyn, fo ftemmen defelve te famen , en ma-Cn °pftand
ken de overige Slaven meede op, om het Schip af te loopen, de<weSeas-
de Europianen om hals te brengen, en het Schip teegens ’t Strand
te fetten, en fig daer door te bevryden, om ons niet, fo fy
wanen , ten fpyfe te verftrekken.
Dit ongeluk is my tweemael te beurt gevallen; de eerfte reis Den.ScIirf ‘
feer ongelukkig, fonder eenige gedagten;. doch ’t felve wierd tweemalen**
noch tydelyk geftut; en na dat ik, neevensden Schipper, den otrergekoo-
Aenvmder hier van voor de kop had laten fchieten, geraek- mcn-
te alles weer in ruft.
Doch