
1*0 BESCHRYVING v a n de
korten des Oorlogs eerft uyt te vinden , en het overige onder
den ander te verdeden, foo paft eeniegelyk maar wat te raa-
ken, zonder cens pm gezeyde onkoften te denken, Maaris’t
zaak, ioo als ik gefegt heb, dat de buyt niet en volgd, foo
ftecken de Mancevós de kat in het vegten; en mits zy aan niemand
verbonden zijn, gaat een ieder zijns weegs na huys.
•t Vfeten Wanneer zy in Oorlog, of tot den zelve optrekken , is een
der Negers iegelijk wel onder dees of geen voornaam Hoofd befcheyden,
zeer ver- dog dezelve hebben egter geen Gezag als over hun eygen Sla-
klevnGefae ven' 1* 3* Neger en onderwerpt zig haar Gebied niet ligder
Hoofd- > zelfsniet van hunne Kortingen, ten fyfe door zyn groo-
lïeden. te magt daar toe als half gedwongen werden , anders levenfè
na hun welgevallen, dog wil den geen, die tot haar Voorveg-
ter, of Aanvoerder gefield is , voor af aan den Vyand gaan,
hy kan zulks doen , en een Proef nemen, hoedanig hy van de
zy ne zal gevolgd worden.
't Maken en voeren van een Oorlog vakl hier, foo als ik reeds
tweemalen , ( foo in defen als in mijn Brief van ’t Comanyfe
Land handelende ) gezegt heb,- foo koftelyk niet alsin Europa.
De vierjarige Oorlog, welken wy met die van Commany hebben
gevoerd , heeft ons, ( de fchade aan den Handel buyten
gerekend) niet boven dtzejlig duyfendgulden gekort. En hier
voor hebben wy naden ander tot onfèn dienft gehad vijfLand-
fckappen. Dog ik heb U E. wegens defe Stof in mijn boven
gcmelte Arfe/wijdlopig onderhouden , dies hier geen herha-
linge van noden heb.
Kicyne Als een Landfehap ten Oorlog trekt, foo komen dezelve gemagrder
meenlijk met een magt van vier duyfend man te Veld% te ver-
Negcrsb;- ^aart > a's ZY befchadigender-wijs gaan , dog verweerende,
hal*en Fan- °m hun Land te befchermen , wat meerder. Eeniger getal
tynen beloopt zomtijds niet boven de twee duyfend'j en egter werd-
^uarabof, het nog een Geeger genaamt. Dit zyn de Strand-Koningryken,
en Gemeene-befien, waar van men niemand behoefd uyt te zonderen
». als Fantyn, en Aquamhoe. De eerfte zouden wel met
vyfen-t'wintig duyfend man in ’t Veld konnen komen, en de
laatfte met nog: veel meerder; dog de Landwaardfe magten, als
Akim, Afiantê,, en foo voorts, zyn by defe niet te rekenen ,
dezelve komen met een jjcheele vloed van Folk af, evenofze
G U I N E S E G O U Ö - K U S T . 171
het Land wilden overftromen. Dog ik zal, ofkanUE. van
dat Folk niet veel zeggen, anders als uyt het berigt dcvSwar-
ten, en daar aan mag men zomtijds niet veel geloof geven :
maar van de hier om her leggende Koningjes derf ik zeer wel
zeggen, dat fchoon beyde de Leegers\iyt vijfofzesderhande
Volkeren beftaan, zy, alle te zamen gerekend , egter geen
vyf-en-twintig duy zend man zullen uytmaken. Hierdoor, en ^
ook wegens hun blodigheyd, komen weynig Menfchenin een daNegef?.
Veldflag te fneuvelen. *t Moet al heet van deroofter gaan,
als ’er een duyzend man op de plaats blijft. Want fe fijn'zo af-
gryzelijk vreesagtigvan aart, dat z y , zo haart alsze Zien , dat
’er eenige omtrent haar ter neder werden gefchoten, het aan-
ftonds op een lopen zetten, en een goed he-en komen zoeken.
In de laatfte Slag, dewelke die van Commany deden met dié van
Saboe, Acanni, Cabes-Perraen nog twee of drie andere Land-
flappen* geloofik niet dat ’er boven de honderd7,\)n verflagen
geworden. En des niet tegenftaande , wonnen de eerftge-
noemde volkomentlijk de Slag, en dreven hun Vyand uyt het
i n i. u m w » u i e c u ongereguld. Zyen ftellen zig niet inmaniere vanSlagorder maar ieder Hoofd heeft zijn Volk als in een Drom digt in een ge- “rageD '
floten, en hy is, om wel verzekerd te w tijds midden in-: s’en tarten de Vyand ook neizeet nge, lidjkaaerr hmanedef ateann-, S * maar een voor een, of hoop tegens hoop, ja eenige Hoofdluyden, Ziende dat hun makkers het te quaad krijgen, kiefen, in plaats van haai te ontzetten, het hafepad, en dat dikmaals eerfe eens
hmaoneddg ehmeebenb eznij,n dguesw veaenft h, aazro dat de dapperfte en die de meefte makker s verlaten, gemeenlijk in
wdey llozoep, bbelivjovreenn; s idnazto nddee rahnediedr ea lOsp’t dvee lrolioeps zaiajnn ,h azaigr kzoadnat nisig', met de-Vyanden vinden ingewikkeld, datze hóe goed haar hart ook is om dezelve na te fpeuren, daar toe geen gelegentheyd kteognennesn h kurni jdgaenn.k , Eden n daiaerrnh alven moetenfe veel malen, fchoon n, ö. -onder van goede Soldaten verdienen. *t Vegten ftaan de Negers niet over eynd of op d,aata id, e sten tegens malkander, maar lopen al hurkende, op kogels hun over’thóofd mogen vliegen, voorr. An-
Y -z- (jg