i n
166 B E S C H R Y V I N G
klagen; die hem (als een Neger van de Goud-¥Luft fynde.en
die by gevolg in het ftuk van Godsdienfl niet met haer over
een quam) in het openbaer niet wilden aendoen , maer die
Schurken deeden hem onder de hand vergeeven; waer van hy
wel niet met eerften ftierf, maer’tgeen hem plotfelyk deerde#,
en ’t gebruik van al fyne leeden, benam; en derhalven een
Jw eter der flraf, dan met de dood.
In dusdanigen ellendigflen (lust heb ik hem op myn vertrek
gelaten , fonder te weeten, of' hy ftadefhand is herfleld , of
niet. DiesE/E. mogt afmeeten, en hier uit fien, datmenfig
in de geheele weereld, niet fonder groot gevaer, tegens de Gee-
flelykheid kan aenkanten.
Dit is voor fo veel de arglifligheid der Papen ontrent voor-
Neegefs " gemelde Dienjl belangd. Aengaende de agting en eerbiedigheid
voor den der Negerr voor den Slang, die is fo groot, dat byaldien een
Slang, en Negér den S/rt»gmaer fimpelyk met een flok aenraekte, of op
f T^en 1ee^Cn een an^ere WYS een>g leed toebragt, fo was den felven ge-
leed'doer.'1 1 5 wiflyk omhals, en fouvoor feeker ten viere werden gedoemd.
Voorbeeld Voor een geruime tyd van jaren , wanneer de Engelfche
bier van mer hier eerft begonden te ‘Handelen , viel'er een aenmerkenwaer-
deEngel- pfig, en te gelyk ook droevig gevalt 'voor. 'Want den Kapitein
der Engelfche, nevens eenige van fyn volk , en een deel
koopmanfehappen aen Land fynde gekomen, vonden des nagts
ecii Slang in haer Huis, die fy, fonder veel omweegen te gebruiken,
doodden; en, meenende een goed werk te hebben
• gédaen, fo fmeeten fy de Slang, fonder eenig achterdenken,
buiten de deur weg, waer dat hy des morgens van de N<?-
gers wierd gevonden; die, navorfchende wie dit boos ftuk
(fo fy hét noemden) mogt hebben begaen , £b vondenfe de
de Engelfche (die , fonder gevraegd te worden , haer felven
hier de eer gaven) daer aen fchuldig; ’t geen het Gemeen fo-
danig verbitterde, datfe met een groot e woede op de Engelfche
ienviélen, en haer alle dood floegen, en neevens alle koopmanfehappen
met het geheele Huis verbrandden.
Dit veroorfaekte'fodanigen fchrik in dien Landaerd, datfe
een geruimen tyd daer van daen bleeven, en elders hun handel
gingen dóen;1 doch eindelyk wederom gekoomen (ynde >
;TM° ° ■ 5' jf- fo
fchen.
V A N D E S L A V E - K U S T . u>7
fo hadden de Negers voor een gebruik , om alle Europianen
die daer quamen, eenige Slangen te vertoonen; met verfoek,
vermits het hare Goden waren , dat men defelve doch geen
leed wilde doen; en fo heeft men zeederd die tyd van joda-
nigen ongeluk- noit meer gehoord , en tegenwoordig koomen
hier weinig Europianen, die van deefe Slangendienft bevoorens
niet af fyn verwittigd.
Ik fou noch feer twyfelen, byaldien een Europiaen tegenwoordig
een Slang quam te dooden, of hy al beeter lot als
gemelde Engelfche fou hebben; ten ware hy gelukkig genoeg
was, om met den eerften by den Koning te konnen ylugten,
en den felven te toonen, dat het by ongeluk was toegekoo-
men. In fodanigen geval fou het veelligt noch met een geldboete
aen de Papen te geeven, om■ den gebleevenen God te ver-
foenen, af te maken zyn; alhoewel ik het’erechternietgaer-
ne op fou laten aenkoomen; want den gemeenen man , door
de Papen aengèfet, in fo een geval tot een verwonder Ijkt woede
uitbarft; en derhalven is het verre ’t beft , hier ontrentmet
de meefte omfigtigheid des weerelds te werk te gaen.
By myn tyd had een Aquamboefe Keger een Slang op fyn AnderVoor-
fiok genoomen, en om dat hy hem met de handen niet derf- beeld mee
de aentaften, alfo buitenshuis gedragen, fonder hem anders boefe Ne-™'
eenig leed te doen: Twee a drie Neger, het fiende , maekten ger; doch
aenftonds een Moordgefchrei, ’t geen fy in tyden van brand, wcr<l gereJ-
of andere ongeleegentheeden, gewoon fyn te doen, waerdoor-
fe binnen korten tyd het geheele Land by den ander konnen
vergaderen; en tegenwoordig, brigt het met’er haeft ook een
groote meenigte by een, alle met Knodfen, S waer den, Ajjagayen,
en ander Geweer gewapend; en die het ook haeft met deefe
Neger fouden hebben uitgemaekt, ten ware den Koning, van
fyn onnoofe/e mifdaed verftandigd, hem niet tydelyk door ee-
n(ge fyner Grooten uit fyn gevaer hadde doen verloffen: en fo
wierd dit onweer, fonder eenige fchade te veroorfaken, noch
voorby gedrÉeven.
Door deefe Voorbeelden werden wy weederhouden, om dee- Veelheid
fe vervloekte Goden, of Duivelfche Serpenten, aen te doen,niet ” 1 ^ "
tegenftaende ons defelve fomwylen dapper te plagen neemen; ringen der
Ver- Europianen.