
V AN DE SLAVE-KUST, ' i73
naemfte God, of laet ik (aengemerkt der felver groot getal)
liever Goden feggen, opgebouden ; met de overige, als niet
veel Bemind hebbende, fal ik het niet lang behoeven te maken.
.
De Boomen , welke de Goden van dit Land in de tweede Rang De ®omcr*
zyn, fo als ik bereeds al heb gefegt, werden alleenlyk aenge-^cdcmet
beeden en met Offerbanden vereerd in tyd van fiekte, en voor-Offerhanden
namentlyk de Koorts, om den Lyder wederom te herftellen. vereerd , e»
Dit meenenfe fyn de Boomen wel fo eigen als den Slang , al- ®en&ebcc-
hoewel den felven meede niet vergeeten werd; want fy den- cn*
ken, fo als het ook regt is, baed het niet, t en fal ten rniriflen als meede de
met jehaden; en fo foudenfe geheel ligt te beweegen 2yn, om, Zsc‘
als die van Atheenen, den onbekenden God te dienen, indienfer
lig maer iets goeds van mogten belooven. .
Eehalven dit hebbenfe noch andere middelen by der hand,
om, volgens inbeelding, van defiektens verlofl: te werden; als
’t Offeren aen verfcheide jonge of mindere Goodjes; ook hetflag-
ten en eet en van een menfeb, gelyk over een jaer o f drie voor
de fiekte des Konings is gefchied, en veel andere , bruyery en
meer, die my hier te lang fóuden vallen alle aen te halen.
De Zee krygt meede haer deel, wanneer fy ontfield is, en
ons belet, om onfe Goederen aen Land te krygen , o f ook
•wel als’er in langen tyd geen Scheepen fyn geweeft, en dat fy
naer defelve verlangen. In dusdanigen geleegentheid doenfe
•defelve groote Offerhanden, met alderhande flag van koopmanskappen
daer in te werpen; doch van dit flag van Offeren
houden de Papen niet veel, om dat’erniet een brusvoorhaer
■ over fchiet. -
“ • “»vwugtc u ii lu genaemue Offerhanden aen de Zee laten
doen; en wanneer hy van fyn volk verftond( want felfs moet
W> volgens hun Wet-, de Zee niet hen,) dat fulks niet en
hielp, fo wierd hy gantfeh toornig, en verviel in defelve ra-
ferny van Xerxes, die de Zee met Roeden deed geeffelen, om
flat4hy °P defelve fo ongelukkig was geweeft.
n ers heb ik van deefe beide Godheeden niet meer te fes-
gen; daerom fullcn wy,cer deefen I?nV/’werdgeeindigt,eens
gaen