
'96 B E S C H R Y V I N G V A N DE
den , als de Man in een goede luym is : want anders en fou-
de, zy er met veel mee opdoen.
Ecrwe verder gaan , wil ik V E . met nalaten te feggen
als dat het geene ik XIE. vzn.de Negers uyt het W heb
mede gedeeld, ik fulks niet by eygen ondervinding en heb,
vermits aan die Plaat jen nooyt ben ge weef t; ’t isalleen tïa-
men gefield uyt het Verhaal der Negers die daar vandaan komen;
dog egter foodanige, die ik in die, en andere faken
meer, welgeloof derf geven. Egter verkoop ik ’t UE voor
het myne niet.
DeBeurt van
’t Byflapen
onder de Wy-
ven verdeeld.
Een “Vrouw.
dieBêVrugt
is , Werd feer
ontfiërien
f an den Man
opgepaii. <
Flegtigheyd
omti ent de
geen die
voordeeer-
fiemaal Befragt
is.
Ieder Vrouw doet haar beft om de Afn»ophetaldermeefte
te mogen believen, om daar door de Liefkoftngt van hem als
te winnen, gemerkt dit voor het meerendeel, van het welbehagen
des Mans afhangt. Dog de meefte Negers maken
hier ontrent een vetdeeling, en-om alle twiftvoorte komen,
gevcnle defc vriendelyheyd <uin hun Wyven by beurten. De
geene, welkers 'beurt het is, en datfe wel by haar Man ftaat,
en hem gelegen komt, fo werdfè dien nagt van hemgelief-
kooft; dog anders fynde, foftaatfeop, fo alsfe by hem is
gaan leggen; en egter is haar Toerbeurd'ovev ,fchoonfcmaar
als een lantalus totdenhalstoe in’twatcr geftaenhad, fon-
der van het «ar temogenproeven.
Een Vrouw foo gelukkig fynde van bevrugt te werden, werd
leer van de Man ge-eerd, en ook opgepaft; en is het voor de
eerfte reys, foo werden voor haar ryke Offerhanden aan den
Afgod gedaan, op datfe wel bevallen mag. De bedryven
ontrent een Vrouwmens, dievoordeeerftcmael werd bevrugt,
■ fijn fot en belageelyk genoeg. Soo haaft fy van haar Swan-
•ger gaan feekere kennis hebben, brengen fy defelve na de
■ ïeekantom gewaffehen te werden. Dog eerfe fo verkomt,
werdfe de geheelen weg over, door een groote mcenigte
aankomende, Mongens en Meysjes gevolgd , dewelke haar na
fchreeuwende , met alderhande drek, en vuylifteyd goyen,
tot datfe aan Strand^ékomen fijn, wanneerfe haar in de Zét
dompelen, en- wel 'fehopntjesafwafichen. Dit gefchied j alleenlijk,
om dat fy wanen, by aldien het wierd nagelaten,
dat de Moeder, het K ind, o f iemand van de naaftc Vrien-
• den
G Ü fN E S E G O Ü B - K U S T . i 97
den feekerlyk binnen korten tyd fouden moeten ftervert.
Soo haeft een kind is gebooren, en dat de Paap het inge- Veeleien
wyd en befwooren heeft, fo kyygt het, als het wat meerals Namcn ajn'
gemeen is, drie Namens (alhoewel het altoos maer metee- Kinderen
nen werd genoemt) eerilelijk na de dag van de week, op gegeven, en
welken fy geboren werden; en dan vervolgens fo het een Soon J
is, na fijn beide Grootvaders, en een Dogter na haar Groot- lfa-
moeders-y dog dit en volgen al deNrgm juift fo ftriktdijk niet
na; want eenige noemen hun Kinderen wel na haar eygen felfs,
of eenige van 'haar andere Vrienden. Vervolgens groeyen
met denaren te gelyk ook de N amen aan. Heeft iemand fig
in den Oorlog dapper gedragen, hy werd daar na genaamt.
Verflaat hy een voornaam ‘Perfoon van den Vyand; van ’s ge-
lyken. Dóód hy een verflindend Beeft, al weder een nieu-
we naam. Dog ik fou dag werk hebben, met al deNr»»«1»,
cn van waar fy defelve krygeny op te tellen, ’t Sal genoeg
fyn te feggen , dat het getal der fommigen wel tot twintig
fluks kan oploopen. Dè voornaamfte daar van en waarmede
hy het meeftis vercierd, werden ten fynen lof, als hy ergens
Wyn de Palm fit on drinkt, opgenoemd, en daar medé
fynfe wonder wel gediend. Haar gemeene Naam,. en waar
mede fy dagelyks werden aangefproken, is een vandegeen,
die fy op haar Geboorte hebben gekregen. De fommige werden
ook wel genaamt na 't getal van kinderen door haarMoe-
der ter weereld gebragt; als het agfle, negend„ e.n tiende kind.
Doch dit gebeurd maar aan de foodanige, welkers Moeder
boven de ƒ«*, of kinderen ter weereld heeft gebragt.
Alsecn Vrowtuinhet Antefe Land tien kinderen heeft gebaart, Affondering
fo moet fy fig van haar Man affönderen, én een geheel rond derVrouwea
jaar in een kleyn hutje vaü de menfehen afgefcheyden gaan fcLand^dié
woonen, waar datfe van alles, dat tot onderhoud van haar tienkinde.-
leeven nodig is', werd verforgt; ennadatde gefeidetyt om ren ter we-
is, -en de Pfegtigheden hier omtrent gebruykelyk verrigt fijn,reI^ hebbca
foo keertfe wedër by den Ma» in, en leefd met den felven fó ra®,‘
gemeenfaam als voorheenen. Dit doen, weet ik niet,dat van
cenig Land-aard wert na gcvolgtj cn waarom het hier ge-
Bb 3 fchied