
achtige worteltjes over het breed gebladerd horenwier
{Flustra foliacea)\ uit dezelve komen takjes als puntjes
voort, met gekartelde tandjes bezet. De blaasjes zijn
eenigermate eirond, gerimpeld, doch loopen naar onderen
zeer Ipits toe; van boven hebben zij eene opening,
welke door drie puntjes in haren omtrek geplaatst,
gefloten wordt.
Woonpl. Langs de Nederlandfche ftranden.
8. Sert. Thuja. L. Sp, 9 , p, 3848. LAMARCk
o. c. I I , p. 139, No. 14. Cellaria Thuia. Ellis
Corall. p. 10 , No. 9 , T . 5 , f. b. B, Esper Pfizth.
Sertul. T . 22, Pallas No. 88, PI. 5 , f. 3 , A. B.
De gorter Fiora. p. 346, Q. Kannewasfer korallijn.
Le Goupillon. Bottle brusch Coraline.
Kent. Het regt opflaande Hammetje is door buisach-
tige worteltjes aan fchejpdieren o f andere harde voorwerpen
gehecht, het heeft verfcheiden bogten, op ieder
van welke een knopje Haat, dat het als de Homp van
een afgehouwen tak doet voorkomen ; de top is zeer
digt met korte takjes bezet 5 deze hebben bij elke verdee-
ling twee vorkachtige punten ; de tandjes zijn digt op
de takjes geplaatst en hebben aan hun boveneinde eene
kleine opening, De eironde blaasjes liggen langs de takjes
, en hebben een mondje , dat door een dekfeltje gefloten
wordt; het Hammetje wordt een half voet hoog
en is bruin; de takjes zijn geelachtig.
Woonpl. In de Zeeuwfche Hroomen.
9. Sert. Myriophyllum. L . Sp. 10 , p, 3848,
Lamarck o, c. p. 124, No. 1. Plujviularia Myriophyllum.
Ellis Corall. p. 1 4 , No. 13 , T* 8 , f,
a. A. Esper Pfizth. Sertul. T , 5. Pallas No. 96.
De
De gorter Flora. p. 346. R. Vederkorallijn. Phai-
fantenHaart’s korallijn. Queue de Phaisan. Pheasant's-
tail Coralline.
Kent. De zeer fijne pijpachtige gele worteltjes zijn
door elkander verward, gelijkende naar een Rukje fpons;
verfcheiden van dezelve verheffen zich als Helen met
elkander vereenigd en vormen alzoo een gegroefd Hammetje
, hetwelk aan eene zijde door kleine, korte boogswijze
takjes bezet is. De bekerachtige tandjes zijn aan eene
zijde als in kasjes geplaatst; en aan hunne bovenzijde van
openingen voorzien , blaasjes heeft men er nog niet aan
ontdekt. Het wordt omtrent een voet hoog het Hammetje
is bruinachtig; de takjes zijn geel.
Woonpl. Aan het firand bij Zandvaort.
10. Sert. Falcata. L . Sp. 1 1 , p. 3849, L amarck
o. c. I I , p. 12 5 , No. 3. Plumularia Falcata.
Ellis Corall. p. 12 , No. 1 1 , T . 7 , f. a. A.
Esper Pfizth. Sertul. T . 1 1 . Pallas No. 90. De
gorter Flora, p, 34 6 , S. Sikkelkorallijn. Coralline
a Faucille. Sickle Coralline.
Kent. Het hecht zich door kleine büisachtige worteltjes
aan fchulpen en fleenen; uit deze rijzende Hammetjes, die
Hengen uitfehieten, welke zich bogtig vertoonen, als eene
kleine kronkelende flang, en in de rondte met gevederde
takjes bezet zijn, deze hebben aan eene zijde eene rij
tandjes , welke naar mate zij drooger worden zich meer
binnenwaarts buigen en daardoor des te meer naar eene
fikkel gelijken. De blaasjes zijn langwerpig rond, van
onderen wijd, en vernaauwen zich naar boven tot een
klein mondje, Vele z ijn , met eene flijmige oranje kleurt