
1 0 0 NAAMLIJST der WORMEN,
hetzelve wordt door een ander hol halfrond met 4
in het kruis liggenden ribben overdekt, zijnde evenwel
het binnenfte halfrond een weinig platter, vertoonende
zich ook daaraan eene vierkante vlek , alwaar de maag
gelegen is. Uit deze vlek komen kruislings 4 ribben
voort, door welke de rand kan vernaauwd worden ; de
onderfte rand is dun en met zeer vele voelertjes omzet,
de kleur van het dier is licht blaailwachtig en heeft een’
omtrek van 1— 1§ duim.
Woonpl. In de Noordzee langs onze Rranden , inzonderheid
ook te Katwijk.
CCXCVIII. DE ZE E STAR. (ASTERIAS.)
Gejlachts-kent. Het lijf rondachtig, platgedrukt, met
puntig uitloopende hoeken, in de gedaante van eene
flar, met eene lederachtige korst, die met beweegbare
doorntjes bezet i s , bekleed; de mond Raat in het middelpunt
en heeft 5 kleppen. Zij hebben een zeer aanmerkelijk
herRellingsvermogen.
1. Ast. Rubens. L . Sp. 3, p. 3161. Lamarck
H. N. I I , p. 560 , fp. 28. Baster Op. Subsc. I , p.
ï i6 (134), T . 12, f. 1—6. Sejba III, T. 5 , f. 3, e tT .
V I , f. 3 et 4. Stella Marina Batava. I. H. Linck de
Stellis Mar inis, T . 30-, No. 50, T . 36, No. 61, T.
9 et 10, No. 1 9 , T . 14, No. 23, T . 35 et 36, No.
61. De roodachtige ZeeRar. Asterie Commune.
Kent. Het lijf heeft vijf punten; de huid is over
den rug en buik met zeer kleine knobbeltjes, en van onderen
met korte drietandige Rekels en fnuitjes bezet; in
het midden van de onderzijde ligt de mond, die tegelijk
de
101
de aars is en met eenige beentjes voorzien , die vermoedelijk
ook voor tanden dienen. Zij kunnen hun lijf uitzetten
, zwemmen en zich op allerlei hoogte in het water
ophouden. De kleur van den rug is doorgaans
paarsachtig rood,
Wovnpl. In de Noordzee, langs onze Rranden.
Voedf. Zee\yormen , krabbetjes en kleine fchulp-
dieren.
Voortt. Baster heeft geen onderfcheid van teeldeé-
len aan dezelve kunnen waarnemen , maar wel vele eijc-
ren of kuit, inzonderheid in Maart en A p r il, daarin gevonden.
Van de voortteling is bij de fchrijvers niets
bekend,
a. A s t . Seposita. L. Sp. 2 1 , p. 3162. Lamarck
H. N, I I , p. 562, No. 39. Seba III, p. 1 3 , T. 7 ,
f. 5. Stella Marina Vulgaris Batava. Door G me-
LiN, fp. 29, als A s t . Rosea voorgeReld.
Kent. Vijf dunne, rolronde lancetvormige Rralen; dè
rug netswijze met kleine tepeltjes bezet, die hem als gekamd
doen voorkomen, Middelmatig van grootte ; donkerrood
van kleur, eenigzins naar het gele trekkende,
Woonpl. Na Rormachtig weder vindt men ze aan
onze Rranden, langs de Noordzee.
-3, Ast. Rquestris, L, Sp, 9 , p, 3164, Lamarck
£1, N. II, p, 55 5, No. 12, Linck de Stellis Maru
nis. p. 21 , T . 12 , f, 21 et T, 33, f. 53. Seba II I ,
T. 8 , f. 6. Stella Marina Batava, De PaardeRer.
Kent. Vijf ujtgeRrektc punten, die langs de zijden
geleed en zaagswijze getand zijn; de fchijf is van boven
G .3 on