
rende een’ korten tijd van de eene plaats naar de andere
beweegt.
<5. Ench, Gemmata, Muller Inf. No, 4%, T.
5 , 'f. 3*
Kent. Het lijf rolrond, het vooreinde dunner en als
een hals gevormd, het achtereinde , even als de hals
doorfchijnend, is in de lengte met een dubbelde rij bög-
cheltjes gévuld.
Woonpl. In flooten, waarop het kroos drijft,
Eigenfch, Beweegt zich traag en in eene regt voortgaande
lijn.
7, Ench. Conflricta. Muller ln f No. 36, T , 4 ,
f. 16 en 17.
Kent. Het lijf éènigermate eirond, in het midden
met eene wrong als ingedrukt.
Woonpl. In zeewater.
-Eigenfch. Zwemt fnel maar ftootende,
8. Ench. Purictifera. Muller Inf, No. 16 , T ,
4 » f- 2 , 3 ,
Kent. Ondoorfchijnend, langwerpigrond, in eene
fpitfe punt uitloopende , en groen van kleur, met een*
iigtéren band om hét midden van het lijf,
Woonpl. In moerasfén. ;
C C C L II . DE DRAAIWORM. H E T KOGEL-
DIÊRTJE. ( VOLFOX.)
Geflachts-kmt. Zeer klein, geheel zonder leden , door-
231
fchijnend, klooi- of eirond; de meeste zijn voor het
bloote oog onzigtbaar.
1. V olvox Globator. L. Sp. 3, p. 3906« Muller
lnf. No. 2 1 , T . 3, f. 12 , 13. Id. Vcrmium I ,
1 , No. 9. L amarck. o. c. I , p. 4 1 5 , No. 8, Rö-
SEL lnf. III D. a St. bl. 566, tab. ioi , f- 1---- 3.
E ic h h o r n o , c . p. 2 6 , tab. 1 , f . 8 . Het Kogel-
diertje.
Kent. Klootrond, en fchoon onvoorzien van eenige
ledematen of werktuigen, beweegt het zich en verandert
willekeurig van plaats niet alleen , maar rtil houdende ,
wentelt het zich aanhoudend om zijnen eigen as ; het
geheel ronde groene lijf is als met doorfchijnende blaasjes
o f bolletjes bezet, in welke men wederom nog kleinere
befpeurt.
Woonpl. In flooten, vooral in d ie, in welke veel
elzenbladeren vallen.
Voortt. De bolletjes, die men in het lijf dezer diertjes
befpeurt, zijn jongen, die rijp geworden zijnde, door
eene opening of fpleet uit het lijf der moeder voortkomen
: zij naderen tot deze opening zeer langzaam en dringen
er één te gelijk door heen, in een uur tijds zag d e
g e e r op deze wijze er acht geboren worden. Zie Act.
Stockholm 1761, p. in . feqq. T , 3 , f. 1— 5.
2. V o l v . Sphaerula. L . Sp. 5 , p. 3907. M uller
Inf. No. 19 , T- 3 , f. 10. Id. Vermium I , 1 ,
No. 8. L amarck o. c . 1, p. 415, f. 7. Herrmann
im Naturf XX , f. 154, T . 3 , f. 33. Het ffeervor-
mig Kogeldiertje.
r 4 Kent