
Kent. Kogelrond, geel, en als uit veel gelijkfoortige
doorfchijnende flipjes van verfchillende grootte zamenge-
fteldi
Woonpl. In den herfst in ftaande wateren.
Eigenfch. Het beweegt zich langzaam in een vierde
van eenen cirkel, van de regter- naar de linker-, en vervolgens
van de linker- naar de regterzijde.
3. Völv. Uva. L . Sp. 6 , p. 3907. Muller
Inf, No. 23 , T . 3, f. 17—21* Hermann im Na*
tu r f X X , f. 148, tab. 3 , f. 2 7 , f. Het druiventrosachtig
Kogeldiertje.
Kent. Het beflaat uit eene zamenhooping van ver-
fcheiden groenachtige in hun midden doorfchijnende bolletjes
, foms van 1 tot 20 en nog meer, d ie , of in eene
ronde, of eironde gedaante met een punt als vereenigd
zijn, zonder eenige uiterlijke leden te vertoonen.
IVoonpl. In het water bij mesthoopen o f zoogenaamde
gier ; maar ook in het floot- o f ander water, b. v.
aan de Goudfche fluis en andere plaatfen, onder de Lem-
na polyrhiza, fomtijds in Augustus menigvuldig.
Eigenfch. Het maakt eene gelijkvormige en levendige
beweging, terwijl het zich tevens om zijne eigene as
wentelt.
4. Volv. Pilula. L . Sp. 9, p. 3907. Muller
Inf. No. 16, T . 3 , f. 5. Id. Vermium I , r , No.
5. Het pilvormig Kogeldiertje.
Kent. Een klein doorfchijnend diertje, wiens inwendige
deelen onbewegelijk, groen en omtrent in het midden
van het lijf gelegen zijn; dikwijls zijn de randen
geelachtig; aan den vobrrand befpeurt men eene ftomp-
hoekige infnijding, die misfchien den mond van het diertje
uitmaakt. Het fchijnt als met eenen cirkel omgeven
te zijn.
Woonpl. In flooten, in welke het kroos (lemna minor')
veel groeit, vindt men het vrij menigvuldig in
December.
Eigenfch. Zijne beweging is ronddraaijende, dan eens
fneller dan weder trager.
DE MONADE. (MO N A S .)
Geflachts-kent. De gedaante allereenvoudigst als eene
flip en doorfchijnende; voor het bloote oog onzigtbaar.
1. Monas. Mica. L . Sp. 1 , p. 3908. Muller
Inf. No. 6 , T . 1 , 14 , 15. Id. Vermium I , 1 , No.
3. Lamarck o. c, I , p. 412, No. 6.
Kent. Het vertoont zich naar willekeur dan eens
kogelrond, dan wederom eirond, is doorfchijnend , en
heeft binnen zijnen omtrek een’ langwerpig ronden kring,
die beweegbaar is , en fomtijds in het midden, dan eens
meer voorwaarts, of naar achteren gezien wordt.
Woonpl. In helder water.
Eigenfch. Hunne beweging verfchilt z e e r , dikwijls
draaijen zij zich rond, zonder van plaats te veranderen.
2. Monas Lens. L . Sp. 2 , p. 3908. Muller
In f. No. 5 , T . 1 , f. 9— 11. Id. Vermium I , 1 , No.
2. Lamarck o. c. I , p. 412, No. 5. Eichhorn o,
c. p. 7 3 , T . 7 , f. B.