
Woonpl. In de groote graauwe veldlijster en in de
koperwiek (Turdus PHaris et iliacus.)
'19. Asc. Bufonis. L. Sp. p. 3035. R ud. ïti
pars. ima. p. 165. Syn. p. 4 7 , No. 43. Mant. p.
2S3, No. 43. Asc. Brevicaiidata. G oezë Natürg.
P* 435» t. 35 , f. 7— 10. Z eder Nachtrag, p. 166 ,
t. 5 , f. i— 1(5. Fus. Brevicauda. —— - Naturg. p.
113 , No. 44. Fus. Brevic. De kortftaartige Spoelworm.
Kent. De kop klein en driekleppig; het bijna gelijk
dikke lijf verdikt zich eemgermate naar achteren; de
Hompe Haart is aan het eind een Weinig gebogen, gekorven,
mét een knobbeltje bezet, en loopt in eene
fcherpe punt uit. Lengte 2— 4 lijnen, de kleur is wit.
Woonpl. In de darmen van de padde.
A s c . Pulmonalis. L . Sp. 53 , p. 3035. As c . Tra*
chealis. L . Sp. 5 5 , p. 3035. A s c . Dyspnoos. L . Sp.
58., p. 3035. Asc. Infoons. L . Sp. 5 9 , p, 3050.
R ud. I I , pars. ima. p. 147. Syn. p. 43 , No. 28.
Mant. p. 279 , No. 28. Asc. Nigrovenofa. G oeze.
Naturg. p. 95, T . 5 , f. 6— 17. Asc. Filiformis, cau-
da rotundata bufonem et p. 9 7 , T . 2 , f. 8. A s c .
Subulata bufonum. ZedEr. Nachtrag, p. 48 , T . 6 ,
f* 5— 7* ------ Naturg. p. 10 5 , No. 12. Fus. Ntgrov.
Swammerdam. Bib/. Nat. p. 803, 804. De
zwartgeaderde Spoelworm.
De boven (taande vier foorten door gmelin in het Lin-
naeaanfche Systema gevoegd, zijn door rudolphi ver*
eenigd, onder den naam: 20. asc. nigrovenofa.
Kent. De kop is met drie kleine klepjes omzet, die
dikwijls zigtbaar z ijn , doch meest tijds bij de beweging
van
van het diertje voor het gezigt verdwijnen ; het lijf, dat
overal rond i s , verdunt zich naar de beide einden; de
Haart is bij het mannetje korter, puntig en flaauw gebogen
, bij het wijfje langer, verdund, en aan het eind
ftompachtig omgebogen. Lengte van 3— 6 lijnen, de
kleur grijs , met eene overlangfche bruine ftreep, die
fomtijds geheel zwartachtig is.
Woonpl. In de longen van den bruinen landkikvorsch
(Jiana tempor a n d ) ; in de pad (R. Bufo'); in de vuur-
pad (R . Bombina'); zeldzaam in den groenen waterkik-
vorsch (R. Esculenta) ; fomwijlen vindt men die ook
in de longen van de breekbare (lang (.Anguis fragilis.')
21. Asc. Rana. L . Sp. 5 6 , p. 3035. Rud. I I ,
pars. ima. p. 136. Syn. p. 4 0 , 14. Asc. Acumina~
ta. Goeze Naturg. p. 100 , T . 4 , f. 4— 9. Asc.
Subulata. Zeder Nachtrag, p, 47* Fus. Acuminata.
------ Naturg. p. 105, No. 1 1 , id. — De fcherpgepunte
Spoelworm.
Kent. De kop Homp, met drie zïgtbare vleezige
tepeltjes; het naar de beide einden in dikte afnemend
lijf, is met eene fijne zij ftreep geteekend; de (lompe
Haart is met eene lange fcherpe punt gewapend, die bij
het mannetje regt, doch bij het wijfje gebogen is.
Lengte 4— 6 lijnen, dun en wit van kleur; het wijfje
is eens zoo lang en levendbarend.
Woonpl. In den middelden darm van den bruinen
landkikvorsch (R . Temporaria') en van den boomkik-
vorsch (R. Arborea.')
22. Asc. Marina. L . Sp. 61 , p. 3035. Rud. I I ,
pars. ima. p. 74. Syn.- p. 10 , No. 52, Mant. 2 18 ,
3 No.