
het breedbladig Horenwier (Flustra foliacea') in eene
naauwelijks zigtbare gedaante; uit de ranken , fchiet het
hier en. daar doorfchijnende blaasjes, die in bosjes bij
elkander ftaan, in ieder derzelver bevindt zich een wit
eirond korreltje, hetwelk zichdoor het mikroskoop als een
bosje druiven vertoont, en eene zamenhooping is van po-
lypen, ieder met acht armen gewapend; dervend, trekken
zij zich zamen op den bodem van het blaasje, hetwelk
zich als dan (luit.
Woonpl. Aan de ftranden van de Zeeuwfche eilanden.
18. Sert. Lendigera. L . Sp. 20, p. 3854. La-
marck o. c. I I , p. 130 , No. 1. Serialaria. Lendigera.
Pallas No. 73. Ellis Corall. p. 2 7 , 2 4 ,
T . 1 5 , f. b. B. Esper Pflzth. Sertul. T. 9 , Neet-
korallijn. Coralline & Lentes, Nit Coralline.
Kent. Het verfpreidt zich over het Zeerui, door zeer
fijne buisjes, die hetzelve tot wortels verftrekken, uit
deze klimt het door middel van geledingen langs de zeeplanten
op en omflingert dezelve. De blaasjes , die veel
naar holle tanden gelijken, zijn op eene zeer regelmatige
wijze nevens elkander digt aan de leedjes geplaatst, en
vertoonen zich door het mikroskoop als een Pan's
fluitje. Voor het ongewapend oog doen zij zich als
neten aan het hoofdhaar voor. Het wordt omtrent an-
derhalven duim hoog; de kleur is bruinachtig geel.
Woonpl. Aan de Hollandfche ftranden van de
Noordzee.
19. Sert. Geniculata. L . Sp. 2 1 , p. 3854. L a-
marck o. c. II, p. 120 fp. 19. Ellis Corall. p. 22 ,
No. 19 , T . 12 , f. b. B. Pallas No. 68. Knoop
Blaas
Blaas Korallijn. Coralline cl fils-noues. Knotted-thread
Coralline.
Kent-, Met zijne buisachtige worteltjes kruipt het over
verfcheidèn zeeplanten en fchiet overeind ftaande takjes,
die knoopachtig geleed en bogtig zamengevoegd zijn. De
blaasjes , die wel eenigermate naar eene kruik gelijken ,
zijn met Keeltjes aan de takjes gehecht, in dezelve bevindt
zich de polyp, kenbaar door de beweging, die hij met
zijne armen en het blaasje maakt, en welke beweging te gelijk
aan den tronk van den polyp in het binnenfte van
het Kammetje medegedeeld wordt, terwijl alle de kleine
polypen, niet anders fchijnen te zijn , dan armen van
den grooteren en een ligchaam met hem uit te maken.
Woonpl. Aan de Hollandfche ftranden langs de Noordzee
, op fchelpen en op de fucus siliquosus, serratut
en flustra Foliacea.
20. Sert. Dichotoma. L . Sp» 2 2 , p. 3855. L a -
MARCK 0. C. I I , p. 113 , No. 4. CaMPANULARIA
Dichotoma. Ellis Corall. p. 2 1 , No. 18 , T . 1 2 , f.
a. A. Pallas No. 69. Sertularia Longissima pl.
5 , f. 2. De gorter Flora p. 346 W. Draadkoral-
ïyn. Zeedraad. F il de mer. Sea-tread-Coralline.
Kent. Uit de worteltjes-, die Kraalswijze uitfchieten,
komen lange, fijne, regte, buigzame holle (lammetjes
voort, van welke de geledingen ringswijze , bijna als
eene fchroef gedraaid zijn , bij deze fchiet een even zoo
gedraaid Keeltje uit, aan het welk de blaasjes gehecht zijn,
eene eironde gedaante hebben en van boven geheel of
gedeeltelijk open zijn. Het bereikt de hoogte van een’
voet.