
pen ftof dient, terwijl de grootere, door welke het voed-
fel ingenomen wordt, voornamelijk van boven rondom
den rand met vele haarvormige fnuitjes voorzien i s ; deze
pijpen zijn in eene gedurige beweging door het opflorpen
en uitfpuwen van water; de kleur van het dier is wit.
IVoonpl. In groote menigte, een weinig onder de
oppervlakte van het zand, aan de ftranden van de
Noordzee,
Voedf. Waarfchijnlijk zeer kleine infeeten.
Voortt. Hunpe vruchtbaarheid is ongemeen fterk,
CC CVIL DE WAN- OF KQRFDOUBLET,
(MACTRA.)
Gejlachts-kent. De fchaal overdwars , ongelijkzijdig ,
bijpa driehoekig, aan de zijden een weinig gapende, de
billen uitpuilende , édn platte, gpotswijze zamengevouwen
middeltapd , op elke fchaal, en een groefje daar nevens,
twee di'gt bij het fcharnier (taande platte mfchietende tanden
, de inwendige fluitfpier is in het voorname groefje
vastgehecht.
i , Mact. Solt da. R. Sp. 1 3 , p, 3259, Lamarch
o. c. V. p. 477, No. 23. Martini VI , p. 233 , T .
23, f. 230. Baster Qp. Suksc. 2 , p. 72 (79), T ,
8 , f, 5— 7. Gewoon Strandfchelpje, D ie St rand-
muf che l . Der gemeine Ba c k t ro g .
Kent. De fchaal driezijdig ondoorfchijnend glad en
eenigermate gezoomd ; de grondkleur is w i t , met blaau-
w e , gele en bruinachtige banden m den omtrek.
Het dier «heeft twee effen, gladde luchtbiiizen , uit
fpiervezelige ringen zamengefteld, die het tot 6 of 7
duim
119
duim buiten, de fchulp uitflrekken en ook fchielijk binnen
dezelve kan terug halen ; deze buizen hebben geen fnuit-
jes, maar zijn als vlak afgefneden; de kleur van het lijf
is wit.
IVoonpl. Langs onze ftranden aan de Noordzee zitten
zij diep in het zand en maken, door middel der
beide buizen twee openipgen in hetzelve, door welke
hun verblijf ligt te ontdekken is.
Voedf. Waarfchijnlijk zceipfectep.
Eigenfch. Zijn mij van dezelve niet bekend. Men
gebruikt ze tot het branden van fphelpkalk.
Eene verfcheidenheid van de bovenftaande , van wexkc
de fchulp met olijfkleurige, roode, bruipe en blaauwe
banden geteekepd is , komt ook onder dezelve voor , en
is bij martini V I , p, es0» T * E 229 en bij
knoRR V I , p# J% , T . 8 , f, 5 befchreven en afgebeeld,
Zie OOk LAMARpK o. c. p. 478*
CCCRIIl, DE RAMDOUBLET, ( OSTREA.}
Gejlqchts-kent. De fchaal beftaat uit twee ongelijke,
onregelmatige kleppen, de billen van elkander verwijderd
, het fcharnier tandeloos, met een hol , eirond
gootje, en zijdelingfche dwarsftrepen.
1, Qstr. Edulis. E. Sp. 105, P- 3334? L amarcr
o. c. V I , a. p. 203, No. 1. Martini V lü , p, 48 *
T . 74 , fiig. 682, Baster Qp. Sufrfcc. 1 , p. 6a , T.
8, f. 8 , 9. De eetbare Oester.
Ive'nt. De fchelpen zijn van buiten ruw , gcfchilferd
of gelchubd, de opderfte is bol , de bovcnlte plat ; de
H 4 kleur