Trichoda Cornuta. Hermann im Nati/rf. XIX, p.
52, T . 2 , f. 14 , a. b. Het gehorend Glinfterdiertje.
Kent- De, gedaante van het lijf is zeer veranderlijk ,
dan eens eirond, dan voeder niervormig en ook wel
kogelrond; het is als uit vliezige donkergroene blaasjes
zamengefteld; de Haart is ongekleurd en doorfchijnend.
Woonpl. In moerasfen.
ENCHELIS. ( ENCHELIS.)
Gejlachts-Kent. Het lijf zeer eenvoudig en eeniger-
mate rolrond. Voor het bloote oog onzigtbaar.
1. Ench. Pyrum. L . Sp. i j p. 3904. Muller
Inf. No. 34, T . 4 , f. 12, Id. Vermium I , 1 , No.
20. Lamarck o. c. I , p. 4 18 , No. 9. De peervor-
mige Enehelis. -
Kent. Het lijf peervormig , doorfchijnend , van voren
buikig, ftomp en met bolletjes gevuld; van achteren
is het dunner en Homp uitloopende.
Woonpl. In water met eendekroos, hetwelk lang ge-
ftaan heeft.
Eigenfch. Hij beweegt en wentelt zich niet zeer
fnel.
2. Ench. Papula. L. Sp. 3 , p. 3904. Muller
Inf. No. 50, T . 5, f. 21—24. Id. Vermium 1 , 1 ,
No. i8. De puistachtige Enchelis.
Kent. .Het lijf, van voren buikig, rond, en doorfchijnend,
is met een’ tepelachtigen vinger voorzien; vanachteteren
met eenen doorfchijnenden cirkel, of ronde ope-
ning, de beide einden zijn ftomp.
Woonpl. In het Water van mesthoopen.
Eigenfch. Het heeft eene ronddraaijende beweging,
in eene fchuinfche rigting voortgaande.
3. E nch. Ovulum. L . Sp. 5 , p. 3904. Muller
Inf. No. 3 3 , T . 4 , f. 9— 11. Id . Vermium 1 , 1 ,
No. 16. L a m a r c k o. c. I , p. 418, No. 3. De eivormige
Enchelis.
Kent. Het lijf doorfchijnend, rolrond, eivormig,
aan de bovenzijde in de lengte eenigzins gerimpeld.
Woonpl. In het water van mesthoopen, gelijk ook in
flooten, die met kroos overdekt zijn.
4. Ench. Fufus. L. Sp. 6, p. 3904. Muller
Inf. No. 38, T . 4 , f. 20, 21. Id . Vermium I , 1 ,
No. 15. De fpilvormige Enchelis.
Kent. Het lijf rolrond, doorfchijnend; het voor- en
achtergedeelte dunner dan het midden ; de beide einden
ftomp.
Woonpl. In helder water.
Eigenfch. Beweegt zich langzaam.
5. E n c h . Pupus. M u l l e r In f No. 51 , T . 5 ,
f . 25, 26. De popachtige Enchelis.
Kent. Het lijf heeft de gedaante van eenen buik-
achtigen cylinder, en eindigt allengs in eene tepelachtige
punt.
Woonpl. In moerasfen.
Eigenfch. Zeer traag, zoodat het zich Hechts gedu-
P 3 ren