
algemeen goedgekeurd voorbeeld der reeds bekroonde
en uitgegevene verhandelingen, te bearbeiden, en alleenlijk
als eene misfchiewgewaagde, doch altijd wel
gemeende poging, ter voldoening aan een lo f olijk cn
zeer gewigtig oogmerk der achtbare Maatfchappij,
'Welke dezelve heeft voor gefield, aan te bieden, terwijl
mets voorts gemeend heeft te moeten berigten:
Eerftelijk. D a t , gelijk zoo veel mogelijk, aan de
hoofdver eischi en, door de Maatfchappij tot de inrig-
' ting der Fanna Belgica gevorderd, ftiptelijk voldaan
i s , ook de wijze van bewerking naar de reeds uitgegevene
J,lukken , dit onderwerp betref ende , volkomen
is gevolgd geworden.
Ten tweede. Dat de toelichting van de befchrijving
der voorwerpen tot iedere onderafdeding (die namelijk
der Animalia intestina, Mollusca, Testacea en
Zoophyta als der Infuforia), die afbeeldingen voornamelijk
zijn aangehaald, welke algemeen voor de naauw-
keurigfie in ieder vak worden gehouden, en welke met
de befchrijvingen der beste waarnemers en zooveel
doenlijk ook met eigene befchouwing en vergelijking
naar de levende voorwerpen overeenkwamen, zoodot
bij de Intestina en Testacea, behalve die van goeze ,
bloch, martini en anderen, ook zelfs de voortrefelijke
afbeeldingen van bremsers en audebardde ferussac s
prachtigen arbeid (voor zoo verre derzelver uitgaven
dit heeft toegelaten) fieeds zijn aangehaald; terwijl, bij
het opmaken der befchrijvingen, la marck s Histoire
Nat. des aniraaux sans vertèbres, doch voor allen rudol-
phi’s meesterwerken tot befendige gidfen gediend hebben,
zonder de altoos klasfifche gedenkfiukken van de hoogst-
verdien (lelijke befchrijvers der overige onderafdelingen
van linn^eus laatjle Dier klasfe, inzonderheid van
O. P. muller, esper, martini, CHEMNJTZ , SCHROE-
oer en vele anderen meer, ongeraadpleegd te hebben
laten liggen.
Ten derde. Dat overal, waar er f echts rede was,
om wegens de zekerheid van de ware en beftendige inwoning
van fommige Dicrfoorten eenigermate te twijfelen
, dezelve in de Naamlijst niet zijn opgenomen,
doch evenwel als, twijfelachtig, op eene afzonderlijke
lijs t, zijn aangefchreven , welke achter deze verhandeling
gevonden wordt; en door welke men vertrouwt,
aan ieder bevorderaar der Nederlandfche natuurkennis
eene wezenlijke dienst bewezen te hebben, die in
het vervolg mogt genegen z i jn , ter verrijking der Nederlandfche
Fauna het zijne bij te dragen.
Ten vierde. Dat bij de Testacea het d ie r , opzettelijk
daarom , alleenlijk niet het eerst genoemd is , ten
einde de dadelijke onderkenning der voorwerpen en het
gebruik der befchrijving, daardoor voor den minder
geoefenden gemakkelijk te maken; gelijk ook dat het
aa ntre f en van een gewoon vraagteeken gefchikt i s , ter
aanduiding van onzekerheid, omtrent het aanhalen
van fommige fchrijvers; gelijk ook dat men op het
gezag van rudolphi, nu en dan eenige foorten tot
èéne enkele heeft vereenigd, welke gewoonlijk voor ver-
fcbillende zijn opgegeven.
Ten vijfde. Dat men opzettelijk de Nederduitfche
benaming (hoe onwelluidend dan ook) liever naar de
ware beteekenis der Latijnfche Systematifche heeft vertaald
, da?t o f te langwijlig, o f geheel onverflaanbaar
te worden; gelijk ook eindelijk , dat men voor de te
groote uitvoerigheid der befchrijving, van èenigc wei-
A 3 ni