HET.SGIIJJFDIERTJE. (CTCLIDIUM.)
l . Cycl. Pediculus. L. Sp. i. Het luïsachtig Schijfdiertje.
. . . . blz. 222.
HET SIDDER o f TRILDIERTJE. ([riBRIO.)
1 . V i b r . I n t e s t i n u m . L. Sp. 9* Het darmachtig Trildiertje.
. . . , „ 223.
a .—-— Vermiculus. L. Sp. 11. Het wormachtig
Trildiertje. . . . . n~—
3-— — Anguillula. L. Sp. 13. Het aalachtig Trüdiertje.
. . ,. . •. - w 224.
# . ------ - Anguillula Aceti. Vibrio Aceti. L. Sp.
14. Het Azijnaaltje. . , . „ 225.
ß . ---------------------------- Glutinis. Vibrio Glutinis. L.
Sp. 15. Het Stijffelaaltje. . . „ -----
y . -----;--------- - - ■ ■ .... Fluviatilis. Mull. Het Rivieraaltje.
. . . , . „ 226.
3. ----------------------------- - Marina. Mull. Het Zeeaaltje..............................................
............ n-----
HET GLINSTERDIERTJE. \LEUCOPHRA.')
i. Leuc. F luida. L. Sp. 1. Het weeke Glinfterdiertje. „ 227.
j2. — ■ Fluxa. L. Sp. 3. Het onbeftendig Glinfterdiertje
. .' , . „ -----
3 . ---- A rmilla. L. Sp. 4. Het ringvormig Glinfterdiertje.
. . . . „ -----
4 . ...... Cornuta. Mull. Het gehorend Glinfterdiertje. „ -----
ENCHELIS. (ENCHELIS.)
1 . E nch. Pyrum. L. Sp. r. De peervormige Enchelis. „228.
2 . ----- Papula. L. Sp. 3. De puistachtige Enchelis. „ ------
3 . ----O vulum. L. Sp. 5. De eivormige Enchelis. „ 229.
4 . ------ Fusus. L Sp. 6. De fpilvormige Enchelis. „ ------
5 . ------- Pupus. Mull. De popachtige Enchelis.. M-------
6 . ----- Gemmata. Mull, De knoppige Enchelis. f, 230.
7 . ----- Constricta. Mull. De gerimpelde Enchelis. „■ ------
8 . ---- PuttCTiFERA. Mull. . . „ ------
CCCLII.
CCCLII. DE DRAAIWORM. HET KOGELd
ie r t j e . ( roifvx..)
l. Volv. Globator. L. Sp. 3; Het Kogeldiertje. blz. 231.
a. --------Sphaïrula. L. S. 5. Het Sfeervormig Kogeldiertje.
. . . • *>
. ____Uva. L. Sp. 6 . Het druiventroschachtig Kogeldiertje.
. • • » 23V
____Pilula. L. Sp. 9. Het pilvormig Kogeldiertje. » --------
DE MONAS. QMONAS.')
1. M o n . M i c a . L. Sp. 1. • • » 235*
2 . ----- L e n s . L. Sp. 2. . • »
LIJST VAN DIEREN, BEHOORENDE TOT DE ZESDE
KLASSE VAN LINN^EUS ZAMENSTEL , WELKE MEN
IN DE VORENSTAANDE VERHANDELING NIET AL*
INLANDSCH HEEFT DURVEN OPNEMEN , MAAR AAN
DE NEDERLANDSCHE BEOEFENAREN DER NATUURLIJKE
HISTORIE, TOT NADER ONDERZOEK VAN
DERZELVER AANWEZEN IN NEDERLAND, WORDEN
VOORGESTELD.
VERMES INTESTINA.
Ascaris apri. p. 3032. Sp. 25.
-------------- BUTEONIS. p. 3033. Sp. 28.
E chinorhynchus phooe. p. 3044. Sp. r*
---------------------- ------- — VANELLI. p. 3046. Sp. 17.
— :-------------------------- BRAMJE. p. 3050. Sp. 46.
Haeruca muris. p. 3050. Sp. I.
CU CU L LAN U S MURIS. p . 3 0 5 1 . S p . 3 .
L inguatula serrata. p. 3052. Sp. i. L amarck f f . N. dei
anim. i vert. T. III. p. 173. N°. 1.
T s -