
Ler Inf. No. 58. 1d. Vermium I , 1 , No. L a-
marck o. c. I , p. 4 2 1 , No. 6. Het wormachtig Tril-
diertjc.
Kent* M e lkwit, ondoorfchijnend, roirondachtig,
van voren Homp; van achteren puntig o f platachtig
en gedraaid;
Woonpl. In November , fdhoon zeldzaam , in moeras!
en;
Eigenfch. Zij makeii eene golfachtige of wormgelij-
kende beweging.
Aanm. Muller vermoedt, dat het diertje door
leeuwenhoek Oper. Omn. p. 56, en in de Hollandfche
uitgave o f zevende vervolg der brieven bl. 163 , en volg.
in de drekftoffe van den kikvorsch ontdekt, gelijk ook
d ie , welke door hem in het mannelijk zaad van eene li-
belle of Juffer. Arcan. Nat. p. 18, f. 5. Hollandfche
uitgaaf: ontledingen en ontdekkingen van levende dier-
kens in de teeldeelen van ïcrfcheiden dieren enz. bl.
2 1 » fi&- 5 gevonden zijn, wel het bovengemeld diertje
zijn mogte*
3. Vibr. Anguiiluia. L . Sp. 13, p. 3900. Muller
Inf. No. 7 1 , T . 9 , f. i— - i i . Het aalachtig
Trildiertje.
Muller brengt de vier volgende , indien dezelve al
geen bijzondere foorten uitmaken, immers tot vier ver-
fcheidenheden, welke tot de bovengemelde hoofdfoort
bebooren, namelijk:
et. Anguillula accti.
\ibno acetl X. Sp. 14 , p. 3901. Leeuwenhoek
:
hoek: ontledingen en ontdekkingen, brief 5
Januarij 1685, bl. 55, tab. No. 1 , fig. L . M.
N. en O. Baker Nuttig gebr. v. h. Mikros-
koop p. 254 en p. 429* Befchaft der Berlin
gefellfch. N. F. 1 B . , f. 342* Joblöt Ob-
ferv. avec le microscope T . 1 , partie, 2 ,
p. i et suiv. pl. 1. G oezb im Naturf. 1 B .,
f. 1. Het Azijnaaltje.
Kent. Het lijf rolrond, lang, doorfchijnend; naar den
Haart fpits toeloopende.
Woonpl. In azijn.
Voorn. Zij zijn zeer vruchtbaar, onderfcheiden in gedacht,
en zoo wel levendbarend als eijerleggend. De
jongen Zijn van gedaante als eene dak en in een netvormig
vlies bedoten, uit hetwelk zij voortgekomen, levendig
zwemmen. —
Eigenfch. Vlug en levendig van beweging.
p. Anguillula glutinis.
ViBRio glutinis. X* Sp. i 5 s P* 3901» M uller
In f T . 9, f. 1—4. Baker o. c. p.
254, pl. 10, f. 8 en 9. Goeze im Nati/rf
IX B . , f. 177. Ledermuller miccr. p. 3 3 ,
T . 1 7 , f. 1. Het Stijffelaaltje.
Kent. Het lijf draadvormig, rolrond; het midden als
met korreltjes gevuld, de beide einden zeer doorfchijnen-
de, van voren als afgeknot; van achteren met eene fpitfe
punt uitloopende.
Woonpl. Inzonderheid in de boekbinders ftijffel.
Voorn. Zij zijn levendbarend en ook eijerleggend; bij
P de