
den; de worteltjes , zijn in een bosje dooreengefirengeld;
het bereikt de hoogte van negen duimen. De kleur is
geelachtig.
Woonpl. Aan het Brand bij Scheveningen en Katwijk.
14. Sert. Gelatinofa. L . Sp. 51 , p. 3851. Pal-
las No. 67. Geleiachtig Blaaskorallijn.
Kent. Het komt veeltijds voor aan eene foort van
veen, van hetwelk het dikke lilachtige fpruitjes fchiet,
die van buiten glad, van binnen vezelachtig, uit ver-
fcheiden buisjes zamengefleld, met een ondoorzigtig merg
gevuld en aan de takken knobbelig zijn; de grootere
takken, zijn rondom den ftam geplaatst en maken met
denzelven eenen regten hoek, de daaruit voortkomende
kleinere zijn aan hunne verdeeling geringd. De blaasjes
zijn klokvormig met eenen getanden rand, in dezelve
bevindt zieh de polyp. Het bereikt de hoogte van een’
halven vo e t, de kleur is donkergraauw.
Woonpl. Aan de Branden van de Noordzee.
15. Sert. volubilis. L . Sp. 1 6 , p. 3851. La-
marck o. c. I I , p. 113 , No. 2. Campanularia Vo-
lubilis. Baster Opusc. Subs. I , p. 23 (2 6 ) , T , a ,
f. 2 , a. b. d. e. et f. 3 , 4. c. c. f. 7 , a. b. c* Es-
per Pflzth. Sertul. T . 30. Salias. No. 70. Ellis
Corall. p. 24, No. 2 1 , T . 14 , f. a. A. Gedraaid Blaaskorallijn
klein kruipend , Korallijn. Petite Coralline grim-
pante a gobelcts en forme de cloche. Small climbing
Coralline with Bell fchaped Cups.
Kent. Komt voort uit zeer kleine buisjes, die zich
op andere koralen hechten en bij opgroeijing zich om
dedezelve
heen flingeren; uit de lange gedraaide ranken,
welke dezelve opfchietende vormen, komen bekerswijze
blaasjes voort, die boven aan hunnen rand mef tandjes
ingefneden zijn. Door het mikroskoop ontdekt men op
den grond van ieder derzelve zeer kleine bolletjes. Ellis
heeft er den polyp, die zijn armen ukBrekte en zich
op zijn Beekjes bewoog, aan waargenomen en pl. 14 ,
A. afgebeeld.
* Woonpl. In de Noordzee en aan de Zeeuwfche
kusten.
16. Se r t . Syringa. L . Sp. 1 7 , P* 3^52* L a-
marck o. c. I I , p. 113» No. 3. C ampanularia Sy-
ringa. Pallas No. yi. Se r t . Volubilis. ■ E llis
Corall. p. £ 5 , 6 , 14, f. b. p. Fluitkorallijn.
Kent. Het kruipt met zeer fijne buisjes over andere
foorten van blaaskorallijn, fchelpen en andere voorwerpen;
uit de buisjes komen korte als koord gedraaide
Beekjes voort, aan welken een rolrond kelkje zich be.'
vindt, wiens rand glad en niet getand is. Deze worden
door eenen langen dunnen polyp bewoond; de kleur is
lichtgeel.
Woonpl. Langs onze Branden aan de Noordzee op
verfcheiden blaaskorallijnen, inzonderheid op de S er talaria
abietina.
17. Se r t . Uva. L . Sp. 19 , p. 3854. Ellis Corall.
p. 2 7 , No. 25 , T . 15 , L c. C. Pallas No.
72 , Sert. acinaria. Druif korallijn. Coralline a raisins.
Grape Coralline.
Kent. Het kruipt met eene buisachtige rank, over
het