
onderen plat; de mond voorwaarts en van onderen j de
aars achterwaarts en van boven met haar bezet; twee o f
vier intrekbare voelertjes, die van voren en boven aan
het lijf in kuiltjes geplaatst zijn.
I, D, Claviger a. L , Sp: 5 , p. 3104. L , bomme ,
Ver hand. yan hei Zeeuyysch Genootfchap I I I , p. 292 ,
No. 4 , tab, f, 3, De geknodlte Zeeflak met 4 hoornen.
Kent» Op den kop vier hoorntjes van welke er 2 regt
overepd ftaan, en de twee voorfte fchuins voorover ge-
bogen z ijn ; op den rug zijn 9 paar knodswijze tepeltjes
geplaatst, het lijf, dat van voren dik is , wordt naar ach-
teren allengs dunner en eindigt in eene punt; de kleur
is graauw, fomtijds bleekrood, de tepeltjes zijn eeniger*
mate doorfchijnend ; zwemmende zijn deze nederwaarts
gebogen. Lengte omtrent f van een duim,
Woonpl. Langs het ftrand van het eiland Walcheren,
op de zeedraad en zegdennen gelijkende koraalgewasfen,
Vnortt, Zij leggen hare eijeren als nesten of trosjes,
van gedaante als een rond beursje aan het koraalgewas
vastgehecht,
Eigenfch. Zij zwemmen aan de oppervlakte van het
water, wanneer de tepeltjes in eene geftadige beweging zijn,
2, D, Papillofa, L . Sp, 8 , p, 3194. L amaror H,
N. y t , % part, p, 304, fp, 1, L olis Quvierü, De
Zeeflak met zachte doorns,
Baster Qp. Subs I , p, 81 C93), tab. f, I. A, B,
CüviER 4 nn, dn Mus, V I , p, 334, tab, d t , f,
n , |3j
Kent, De kop dik, met vier lange kegelyormige voeler
Jertjes; de mond heeft een’ vleeschachtigen zoom in de
gedaante van een hoefijzer en boven denzelve twee voelertjes;
het lijf is langwerpig ; de rng naakt, plat en in
het midden een weinig gezwollen; de zijden zijn ieder
met 15— 20 langwerpige platte plaatjes bezet; aan de
regterzijde ligt een doorboord knobbeltje, welks opening
ter ontlasting der drekftoffen en te gelijk tot de voortteling
dient. Lengte omtrent 1 duim.
Woonpl. Aan het ftrand van het eiland Schouwen en
op het flik van de fchorren.
Voortt. In Maart legt zij hare eijeren, van welke er
6— 12 en fomtijds meer, in één beursje, dat met ver-
feheiden anderen kronkelachtig zamen gevoegd i s , beflo-
ten zijn,
Eigenfch. Kruipt als de landflak, en kan zich in één
trekken als een egel.
3, D. Cervina. L . Sp, 12 , p. 3105. Lemarcr H,
N. V I , p. p. 304, No, 2. Tritonia arborescens.
Bqmme, Verhand, yan het Z . Gerootfch. III, p. 290,
No, 2 , tab. f. 1, A. B. Cüvier, Ann. de Mus. V I ,
P" 434 9 tabf 61 , f. 8 , 9 , 10, Het hartshoorn gelijkende
getakte Zeeflakje.
Kent, Het lijf eenigzins lilachtig, zijdwaarts een weinig
zamengedrukt, op hetzelve ftaan langs de zijden van
den rug de kieuwen als takachtige bosjes in vijf paren
verdeeld; de kegelvormige overdwars geftreepte voelertjes,
komen uit kokers vo o rt, welker randen getand z ijn ; de
aars en de opening tot de voortteling dienende, liggen
aan de regterzijde van het lijf, deze naar voren, gene
naar achteren; de kleur van het diertje is aschgraauw,
E 5 eenig