ring aanvaarde. G y z ie t , dat men in die ty-
den te huiverig was , om den titel van Graaf
aan te neemen; maar dat men onder dien van
Ruwaard alles durfde beftaan. Dus moeten
onregtvaardige bedryven eenen bedekkenden
mantel hebben; doch daar een zodanige doorgaans
vol fcheuren is , laat hy een vry door-
zigt aan hun, die fcherper zien, dan ’t gemeen.
V . Maar kon jacoba deezcn nieuwen te-
genftander niet verwinnen ? ■>
A . Z y was ten dien tyde te Gouda, en
werdt door de Kabeljaauwfchen , die het toen
met Philips hielden , aangevallen. Daarop
fteeg de moedige Graavin te paard , zettende
zich aan het hoofd der Hoekfchen; en hoe ,
denkt G y , vogten deezen onder het bevel
eener zo kloeke Vrouwe ? Z y vërfloeg haare
vyanden by Alfen , en keerde , zegepraalen-
de , in Gouda terug. De hulp , door haaren
man op Zee en in Zeeland haar befchikt ,
kreeg tweemaal de neêrlaag ; doch z y behaalde
ook eene tweede overwinning by het zo
even genoemde Dorp. Maar daar z y veele
gevangenen, by een ongelukkig befluit, als op-
roermaakers, liet dooden, verloor zy ’s Volks
genegenheid , welke z y door zagtheid hadt
moeten winnen; Nog bragt zy de Kennemers
te onder ; maar de Waterlanders vielen af ,
het geen de Hoekfchen zo verbitterde , dat z y ,
ziedende van wraak, Enkhitizen aanvielen, en
honbedroefd,
Pl.Io
toen M| ze za g op delven BLluLz ..rS.
i o ndei* 3iet W v e l e e aa e r Ldo gke Tröiwe ?.... Bla d z . 0s