Gend in ’t gezigt van het Spaanfihe Leger, ook
daarna Hulst. En welk een aanzien ’s Lands
staaten toen hadden, blykt uit twee Gezant-
fchappen, gezonden naar Zweeden tnDeenemar-
ken ter bemiddelinge van de verfchillen tusfchen
die twee Ryken, en gevolgd van eene V lo o t,
om gezag aan dat werk by te zetten, waardoor
z y uit den weg geruimd werden.
V . G y rept niets van hugo de groot,
hoe ging het hem : want federt zyn vertrek
naar Parys, ('bladz. 282) hoorde ik niets
meer van dien Geleerden!
A . Toen de Godsdienst - gefchillen in ons
Land bedaard waren , kwam die groote Man
in het Vaderland terug , naamelyk , in .den
ja a re .16 3 1 , hoopende op ’s Stadhouders genegenheid
, hem , nog in Frankryk zynde,
betuigd ; maar van deeze trok hy geen voordeel.
Ook yverden de Regenten, die de o'or-
zaak zyner ballingfchap waren , zeer tegen
hem , willende , dat men hem in verzekering
zou neemen. de groot , dit gewoel merkende
., ging naar Amfterdam, en onthieldt
er zich eenigen tyd onder eenen anderen naam.
Men wilde , dat hy aan Hollands staaten,
in een verzoekfchrift, meer blyken van onderwerping
zou geeven; doch de grootmoedige
Man wilde niets Hellen, dat naar fchuld-
bekentenis zweemde. Het liep zo verre, dat
het meerderdeel dier staaten befloot, om
tweetweeduizend
guldens op zyn ly f t& zetten,
en vythonderd op den geenen, die hem zou
bergen. Dewyl het tegen de belangen der
meeste Menfchen ftryd t, dat eerlyke Lieden,
te vooren verdrukt, weer in aanzien komen,
en uit de vernedering het hoofd opbeuren, zo
poogde men ook de oogmerken van de groot
te dwarsboomeü ; en ;{dus moest de gehaa-
te niet anders dan een eerlylc Man weezen.
En mogen wy hierby vergeeten , dat de oude
wrok tegen. hem nog niet geftorven ware ?
Toen verliet hy den ondankbaaren grond,
vertrok naar Hamburg, en werdt van den
Zweedfchen Koning , die fè Mans verdiensten
hulde deedt, verheeven tot Raadsheer en Gezant
aan het Franfche Hof. Derwaards ging
hy in den jaare 1635, efi bekleedde dat Ge-
zantfchap met lof. In' den jaare 1645 vertrok
hy naar Zweeden ; maar van daar terug
keerende , leedt hy fchipbreuk op de Kust
van Pomeren , kwam vervolgens zieklyk te
Roftok, en ftierf daar , na twee dagen. In
die Stad zyn ’s Mans ingewanden ; maar het
lichaam te D e ljt begraaven , waar het niet
verre van dat van maurits ligt. Dus rusten
nu de Dooden digt by elkanderen in vrede
, die in hun leven zo verre vanéén fton-
den. Men wilde , in laater tyd , ter zyner
eere een Standbeeld oprigten , als . dat van
erasmus j maar dit is geftaakt , en eene defti
\