gag GROOTS DAAD VAN DE RUITER.
/
door de Zweeden omringd , opdoeg ; en in
den jaare 1658 den Admiraal obdam volgen,
door wien de Zweedfche V lo o t , in ’s Ko-
nings aanzien , vernield werdt. Eindelyk
kwam het tot eenen zoen , en de Gezanten
van twee Republieken , van Engeland (het
geen toen die gedaante hadt) en van Holland,
regelden de grenspaalen van twee Koningryken,
en (lelden de w e t , met eene Vaderlandfche
fierheid , aan twee gekroonde Hoofden ; dan
zy werden van hun niet. gehoord, waarop zy
vertrokken. Toen ging de ruiter voort,
en befton'dt een meesterduk. Hy veroverde
naamelyk Kartemunde , verfloeg het Z ^ e^dfche
le g e r , won Nyborg, deedt van zesduizend
Zweeden tweeduizend fneuvelen, en nam vierduizend
gevangen. Hierover was de Deenfche
Koning zo voldaan , dat hy den Zeeheld met
een jaargeld van tweeduizend guldens befchonk,
en hem tot den Adelftand verhief. Ter be-
vrediginge van het Noorden hadt hy toch
het meeste toegebrdgt 5 want de rust volgde
daarop.
V . Welk eene glorie voor de Republiek zo
veel te vermoogen!
A . Men moet erkennen , dat onze Republiek
ten dien tyde tot het hooglle toppunt
van grootheid en voorfpoed geklommen was.
Haar roem was geleegen in de vastheid haarer
gloeiende Colonien in andere Waereld-OQtden,
en
GROOTHEID DES VADERLANDS. 3-7
en in den uitgebreidden Handel , welken
eenig Volk op den Aardbodem, dreef. Het
vuur van inwendige tweefpalt was uitgedoofd.
Door Vlooten- zuiverde men de Ogeaan van
Zeefchuimers : men vernederde de kleine Vor-
ften van africa’s Noorderkusten : men very-
delde de gevoeligheid van Frankryk en Engeland
: men gaf wetten aan twee Noordfche
Köningen en herftelde de rust in Duitsch-
lands ldeene Staaten. Des hadt men ook
vermogen genoeg , om karel den 11, Zoon
van den onthalsden karel den I , die -, na
cromwels dood, by eene Ryksomwenteling,
den Engelfchen throon zou beklimmen , ko-
ninglyk te ontvangen , waarvoor hy goede
woorden , doch naderhand eenen oorlog terug
gaf. Na lang omzwerven te Breda gekomen,
kostte zyn verblyf aldaaar aan de algemeene
staatên drie , en in ’s Haage zes tonnen
gouds. Voorzag nÏcqlaas stellingwerf ,
Afgevaardigde van Medenblik , één der zes
Heeren , door willem den II op Loevejlein
gezet ([bladz. 309) iets meer dan een ander?
daar hy in de Staatsvergadering, toen men
over \’t ontbaaien van karel den II (prak,
dit zonderling voordel deedt : ,, dat het beter
w a re , ’s Lands. geld te bedeeden tot kanon
, kruid en kogels te koopen , dan tot
liet houden van Feesten.” : Gewis de nood-
zaaklykheid van het eerde bleek daarna maar
X 4 #1