geen antwoord, c a r l e t o n , Engelands Gezant
, verheugde zich daarover , en hoopte uit
den val van o l d e n b a r n e v e l d , die, als Staatsdienaar,
zich zo fterk voor Frankryk verklaard
hadt , veel heils voor zyn Ryk. Hoe verre
vervoerde dus de Staatkunde dien G e zan t, en
dreef hem af van de beginfels des R e g t s !
V . E n hoedanig was de uitdag ?
A . Holland vraagde met grond : „ Wat
Regtsgebied hebben de a l g e m e e n e s t a a t e n
op. eene plaats , waar zy niet vergaderen mogen
, dan met ons verlof ? En zyn zy regt-
fchaapen’ Regters , daar zy de rol van Aanklaagers
fpeelen?” $---- Leiden'en Rotterdam
riepen hunne Penfionarisfen op ; maar de a l g
e m e e n e s t a a t e n leenden ’er geene ooren
aan. Intusfchen maatigde m a u r i t s zich de
magt aan , om de Regeering in andere Steden
naar welgevallen te veranderen, en , door
de aanftelling van Contra -Remónjlranten Regenten,
een Synode te verwerven. De a l g e m
e e n e s t a a t e n . namen ook het gezag in
handen over de byzondere Gewesten. Am-
Jierdam, dat voorheen gebillykt hadt zodanige
Regeeringsverfchikking in Utrecht ^ moest zelf
eene dergelyke ondergaan ; hoe zeer de oude
Burgemeefter c o r n e l i s Pi e t e r s z o o n h o o f t
zich alleen daartegen aankantte.----- Intusfchen
werdt het Nationaal Synode verkreegen , en
den 15 van Slagtmaand des jaars 1618 te
Dor~
Dordrecht gehouden , waar de Leer der Remonflranten
veroordeeld werdt. ------ Dan, om
weer te keeren tot de vier gevangen’ Ileeren:
Frankryk en Zweeden, der Friezen Stadhou-
der l o d e w y k en l o u i s e d e c o l ig n y , fpron-
gen, vrugteloos, voor hun in de bres; maar
Engeland en Deenemarken vielen , om fbaat-
kundige redenen , hen tegen. Zes maanden
verliepen ’er , eer men ter ondervraaginge van
dezelven kwam. De ongeduldige l e d e n b e r g ,
üdderende voor de pynbank,, benam zich zel-
veii het leven. De Engelfche Afgezant fckaam-
de zich n ie t , de veroordeeling' van h ü g o d e
'g r o o t te eisfehen , om dat hy voor de vrye
Vaart ter Zee gefchreeven hadt. De drie gevangen’
Staatsleden beweerden, dat de a l g e m
e e n e s t a a t e n , die geene Souvereinen in
Holland waren , geene magt hadden, om
•zodanigen regtshandel in dat Gewest te houden.
Dit lydt ook heden geen twyfel. j o a n
v a n o l d e n b a r n e v e l d verwagtte zyne veroordeeling
n ie t; maar befloot ze uit den toen-
maaligen Bededags - b r ie f, welken hy in zyue
gevangenis .das.
V . E n z y volgde ?
A . J a , zy volgde : want vóór vierentwintig
benoemde byzondere Rigters, waaronder
maar tien Hollanders waren , geroepen ; en ,
daar hy byna tweeënzeventig jaaren oud w a s ,
op zyn ftoksken Leunende om den wankelen-
S n den