ten hadt. D a n , welke zekerheid vraagt:
men ook , hebben de Volken , o f kon ons
Vaderland ooit krygeu , dat volgende Vorsten,
dat alle Graaven getrouw zouden zyn aan hunne
verbindtenis ? Brengen altyd ’s Volks vertoo-
gen hen , b y ' de eerfte afwyking , tot hunnen
pligt? En gaan zy verder, wié zal hen,
die zich boven Wet zetten , beteugelen ? De
wapenen tegen hen aan te grypen is ’t eenige
hulpmiddel; maar erger dan de kwaal. Wat
brengt toch zulks voort dan treuriger toonee-
len , dan bloedvergieten ? En moet men , als
het tegenloopt, bukken , dan krygt men de
Eraf ten loon , die den , mui teren- befpreeken
is ; en h u n , die ’er zich niet in gemengd
hebben , worden dan harder boeien, uit -vrees
voor navolging , doorgaans opgelegd. Dan,
men h ad t, zo fpreekt men , niets van dien
a art, by willems aanftelling , te vreezen :
hy was één der beste Prinsfèn , die ooit
den grond' betraden.- ’t Is zo , en ,wie zal
dat tegenfpreeken! maar welken waarborg hadt,
het Vaderland , dat alle zyne Opvolgers zo
gemaatigd , zo verllandig, zo deugdzaam, zouden
weezen ?
V . Welk geval deedt dan deeze voorgenomen
aanftelling mislukken ?
A . Dit g e v a l, dat balthazar gehards,
(moet ik deezen fielt noemen £ ): een Bourgondiër
, onder den imam van francois cuion ,
aanaangemoedigd
door eenen J e fu it , met de belofte
van de martelkroon in den Hemel te
zullen ontvangen,, dën Prins , in zyn twee-
ënvyftigfte jaar , te Delft dood fchoot , met
een pistool. Drie kogels gingen te: gelyk boven
de heup in den buik. De Roomfche
Geestelyken te ’s Hertogen-Bosch zongen ,
zeer onbefchaamd , daarover eenen lofzang,
het Te D a m ; maar vee-le Spanjaards verfoeiden
die wandaad , en het géheele Vaderland beweende
’s Prinsfen deerlyk einde met ongeveinsde
traanen. Allerzwaarst werdt de moordenaar
geftraft. Eene fchoone Graftombe, d ie ,
Waarover men 'zich verwondert , maar zesën-
twintigduizend guldens gekost heeft , werdt
voor ’s Prinsfen lyk geftieht in eene Kerlc
dier Stad. Maar fchooner was deszelfs titel,
vader, des vaderlands ! Hoöger kon hem
geen gege-even worden , en gewis hy hadt
dien verdiend , daar hy alles hadt opgeofferd
tot ’s Lands Veriosfing. Vriend en Vyand
hebben fchetzen van deszelfs Karakter gegee-
ven , naar elks denkwyze , met overfchoone
o f afzigtige koletiren. Maar de Önzydigheid
zèlye zal niet wraaken , dat men hem nderne
een’ Man van eenen eeripaarigen en helderen
geest ) nooit opgeblaazen , veel min neerflag-
tig ; regtvaardig boven duizendèn , en gemaatigd;
fchrander en grootmoedig; diepdenkend,
wakker en overmoeid', boven wien nooit ie-
0 3 mapt