zelven kwam behouden in Engeland : de Zee
verzwolg ze allen: ook zou die fleutel van
Indie verboren zyn gegaan , hadden de Franfchen
denzelven niet bewaard. ----- St. Eu-
Jlatius, werdt door hét zonderling beleid van
den Marquis l e bouillé hernomen , en ons
met meer dan v y f tonnen fchats daarna terug
gegeeven. — Dan onze Kooplieden , om
den onbefchermden handel niet geheel te laa-
ten ftilftaan, bellooten helaas ! hunne Schepen
onder eene vreemde onzydige Vlag te laaten
vaaren. Zo zy allen de doodelyke gevolgen, die
w y nu eerst regt gevoelen, daaruit niet voorzagen,
waarom hoorden z y niet naar eenen anderen
raad, van kundiger lieden hun gegeeven
? Och o f dat gebeurd ware ! ----- Berlice
ging daarna verboren. ----- Friesland
begeerde.', dat de Hertog van brunswyk het
land zou ruimen, gaf eenen anderen Bededags-
Brief in den jaare 178a, dan de overige Pro-
vintien , en Ostergo vorderde de oprigting
eener Burger-Land-Militie. ----- Schiedam floeg
voor een verbond met de XIII Amer'icaanfche
Colonien, en het werdt daarna gefboten. ------
De Zeeuwfche Kapers voeren vry voordeelig.
----- ■ De braave Zee-Kapitein , justus boot ,
van Edam, handhaafde met één Schip de eer
onzer Vlag in Curapao. ------ De Drostendienften
werden in Overysfel afgefchaft.-----
De Stadhouder verdeedigde zich in eene Jus-
/ titificatoire
Memorie tegen befchuldigingen. — -
De beftemde reis van eenige Oorbgfchepen
naar Br est werdt niet volbragt. —-— De zo
genoemde hooge Krygsraad raakte , by FLoU
''land , van kant. — - Deventer en Arnhem
eischten oude voorregten terug. ----- In fommige
Steden begonnen Burger-Genootfchappen
zich in den wapenhandel te oefenen. —*-
Eene Vredehandeling , met Engeland in den
jaare 1783 ondernomen, kreeg wel daarna
haar beflag ; maar niet tot ons voordeel. ------
Andere gefchillen volgden daarop : te Zutphen
tusfchén eenige Regenten en de Burgery : te
Arnhem over een Kerkhof der Hervormden»
aan eenen Jood verkogt: te Alkmaar tusfchén
-den Magiftraat en den Erffladhouder over
de aanftelling van Regenten.: ' en te Wyk by
■ Dmrjlede tusfchén de Regeering en Utrechts
staa ten over oude voorregten. Maar de
zwaarden waren. . *
V . Welken toch ?
A . De toen beginnende gefchillen inet Keizer
JÓSEPHUS den II over de grensfcheidingen
in Vlaanderen , waaruit daarna een oorlog
voortkwam , kort na den gefboten vrede met
Engeland. Zo volgde de eene fmert de andere.
■ Maar.ook dit tweede Tydvak onzer droefheid
moet ik maar met één woord tekenen. ——
Eer hetzelve ten vollen daar w a s , kreegen wy
een gefchil met Venetie , welke Republiek
F f wei