en de Vyand was in ’ t hart des Lands dóórgedrongen
: maar nu waren de eerften herwonnen
,- en de laatfte verre van onze grenzen
verwyderd. Eeuwig , gedenke onze Natie
deeztf groote Verlosfing !
V . Maar hoe ging het met de drie, te yoo-
ren overheerde , daarna door den vyand ontruimde
, Provintien ?
A . Toen de Franfchen Utrecht verlaaten
hadden , bezettede de Graaf van hoorne de
Stad met Staatfche troepen, en verklaarde,
volgens een heimlyk befluit der algemeene
staaten , op verzoek. van agtënvyftig. Burgers
, de Regenten in ’t bellier gefchort.
Dit verbaasde. Men vraagde des o f agtënvyftig
lieden verbeeldden de heele Burgery. van
Utrecht ? maar hy vertrok , ,en v y f Gemag-
tigden der gemelde staaten bekragtigden - dat
befluit ten zelfden dage. Hierdoor wilde men
de verdeediging der andere Burgeren voor hunne
Regenten moeilylc maaken , o f doen ag-
terblyyen. Niemant durfde zich ook daartegen
verroeren. Alleen . beklaagde zich de moedige
Raad meerkerk , in - eene mannelyke ta a l,
over de aangemaatigde magt der algemeene
staaten in eene vrye Provintie tegen de
Unie , die. onderftpnden , onafhanglyke Leden
in hunne bediening te. fchorten. Z.y kenden
ze-alleen neêrleggen in den fchoot der ggenen,
zeide h y , van wien zy dezelve ontvangen
. i hadhadden.
Ondanks deeze tegenfpfaak werden
ook honderdëntwintig ampten, buiten den Ma-
gillraat , den geenen benomen, die nooit over
eene wandaad befchuldigd waren , en groot-
deels aan byvvooners o f vreemdelingen gegeevcn.
----- Intusfchen hadden de a l g e m e e n e
staaten , welker bedryf men heerschzugf en
dwinglandy noemde , Utrecht noch door de
wapenen verdeedigd , noch door dezelve gewonnen.
En welk regt hadden zy dan op
deeze Stad en Provintie ? ’t Is vreemd',( dat
men eerst onlangs , by gelegenheid der daar
gereezen’ gefchillen , zich heeft tdegelegd, om
de byzonderheden van een werk , dat , vóór
ruim ééne Eeuw , gebeurd is ', te ontdekken,
en vóór de Waereld bloöt te leggen.
V . Hoe liep toch dat werk a f?
A . Het duurde lang , eer de a l g e m e e n e
s t a a t e n beflooten , de drie Gewesten, O'er-
ysfel, Gelderland en Utrecht, door den vyand
van ’t Bondgenootfchap afgerukt, daarin weer
te ontvangen. Dit aanneemen vondt wél gee-
ne tegenfpraak; doch wel de wyze waarop, en
de rang , in welken dezelven zouden geplaatst
worden. Indedaad , zich van hun ongeluk
te bedienen tot eene onfchuldige verneedering
kan niet vry gepleit worden. De voorwaarden
werden zo gefchikt, d a t . zy wel de gedaante
van hunne voorige Vryheid fcheenen wederom
te krygeii 5 maar in alles niet hadden. Hierop
A a s wil