SLAG ÓP DOGGERS BANK. 447
n0g ; ” ----- OnbedênkÊlyk groot was de
vreugd onzer Natie over dit gelukkig Zee-
gevegt. Veelen vloogen naar Texel , en be-
zogten onze terug gekeerde Schepen; maar
met- welke verfchillende aandoeningen «werden
zy befchouwd. Eenigeh juichten luidkeels,
en galmden uit den lof onzer Zeehelden.
By meer anderen , lettende op de doorboorde •
Scheepshuiden , op de doorfchootcn Masten ,
op de gebrooken’ Raa’s , of op de byhangen-
de lappen der Zeilen , biggelden de traanen
over de wangen , beweenende den dood van
veele braave gefneuvelden, de wonden der nog
leevenden , en eene zo fel befchooten V loot5
gevolgen van eenen oorlog , zo ten onregter
door Geloofsgenooten ons aangedaan. gód
werdt allerwege gedankt voor de behaalde glorie
, en de Zeehelden beloond.
V . Hoe ging het verder in ’ t Vaderland?
Herinner my dat ook.
A . De Hertog van brunswyR eischte voldoening
voor de geleeden hoon van Amfter-
dam , waarop de algemeene sta a ten hem
vry verklaarden 5 doch laat. —— De Keizer
eichte de Barrière terug, en men ontfloeg zich
gaarne van dien nadeeligen last. ----- ■ Eenige
Zee-Officiers werden om wangedrag veroordeeld.
—7— V y f van onze Oostindifcbe Schepen
werden aan de Kaap de Goede Hoop door de
Engelfchen veroverd ; maar niet één van dezek