Bukte dus dit S lo t , en droegen de Edelen ,
maar niet de fiere Steden , deszelfs juk ; zyn
val kwam ook , uit den bed ry f, welks ge*
volgen hy niet vermoed h a d t , naamelyk * uit
eene verandering , te Dordrecht in de Munt
gemaakt. De Regeering deezer Stad £eene
inbreuken op het regt willende dulden , be-
llooten hy en Graaf jan dezelve met geweld
te dwingen tot onderdaanigheid. Maar van
eorsselen , by dit opkomend onweder zich
zelven in *s Haage niet veilig oordeelende ,
nam voor, zich naar Zeeland te begeeven, en
den Graaf mede te voeren. Dit gelukte tot
Schiedam ; maar zo verre nagezet door ’t
alarm der Graavin , werdt hy daar gegree-
pen, en, te De lft terug gebragt zynde, door
het woedend gemeen , dat door de Edelen
opgeruid was , verfcheurd. Zodanig was
van BORSSELENS lot 5 en het gaat altyd z o ,
wanneer de Eerzugt zich vest en verheft op
de vernedering der Medeburgeren. Zulk
eene magt en zugt voor haare onderlinge vry-
dommen vertoonden toen reeds de Steden.
D e lft ftrafte dus het geen te Dordrecht omtrent
de Munt was misdreeven, alwaar aloud , de
Baljuw , nevens zes medeflanders, als uit*
Voerders van het werk , afgemaakt werden.
V . Wat gevolg hadt dat ?
A . De jonge Graaf Belde daarop het gezag
in handen van van eorsselens vyanden ,
die,
die , verontwaardigd over de fchandelyke
Staatkunde der Engelfchen , met vreugde
hoorden de overwinningen , die de Franfchen
behaalden op den Graaf van Vlaanderen ,
Bondgenoot des Engelfchen Konings. Maar
jan van avennes , ’s Graaven N e e f , toen
Regent des Lands geworden , regeerde veel
vrymagtiger, verbrak deszelfs groot Zegel ,
bekragtigde alles met het zyne , liet ’er den
Graaf alleen zyn klein Zegei byzetten , en
zyne lastbrieven onder de papieren der Steden
voegen en verzegelen. Zo verre zettede hy
zyn gezag uit. Dan G y kunt opmaaken ,
hoe groot een deel de Steden namen in de
Landsregeering, wanneer G y haar kloek befluit
w e e t , van geenen vrede te zullen maaken
met de moordenaars van floris den V tot
in het zevende lid. Kort hierop ftierf Graaf
jan , in den bloei zyns levens , kinderloos ,
in den jaare 1299 , te Haarlem , zynde de
laatfte Graaf uit het Hollandfche Huis. ----- *
Dus liep dit bellier treurig af. En veele dingen
hadden toen ook het beste aanzien niet.
Het Regt werdt verwonderlyk bediend. Twee-
gevegten moesten, dat foms beflisfen. Het
Bygeloof hieldt het vol. Geestelyken, minder-
jaarige Vrouwen en Kinders , in gefchil met
anderen geraakt zynde, huurden Kampvegtèrs,
die in hunne plaats moesten flryden. Wie de
overhand behieldt, h a d t, meende men, door
GODS