daardoor openlyk wilden toonen : Gemeenebestgezinden
, aanzienlyk doch weinig in
getal , vast aaneenverbpnden , zynde ’t over-
blyflel van den aanhang van de witt : eene
andere foort van Gemeenebestgezinden , vol
van yverige gevoelens , maar zich ftilhouden-
d e , en niet durvende zich openlyk tegen
de eerften verzetten. Anders kan men zeggen
, dat het Volk voor den Prins , maar
de Kooplieden voor de - Gemeenebestgezinden
w a r e n . ----- De Graaf d’avaux , één der
fchranderfte Staatkundigen , werdt, als G ezant,
door lodewyk hier gebruikt , om ’s Konings
belangen by ons te behartigen ; maar willem
de III hieldt altoos twee dingen in ’ t o o g ,
naamelyk , aan Frankryks heerschzugt paal te
Hellen, en, ten eenigen tyd e , den throon van
Engeland te beklimmen.
V . Hoe liepen die inzigten a f ? .
A. lodewyk XIV deedt eenige eifchen
op Spanje , in den jaare 1681 ; doch kon
ons niet overhaaien tot een verbond. De
staaten , eenen nieuwen oorlog dugtende ,
vereenigden zich met Zweeden. Frankryk
vlamde op de Spaanfche Nederlanden; maar wy
wilden die liever zien blyven tot eenen voormuur
tegen dat Ryk. Onze Staatkunde bedoelde,
alle Volken tegen Frankryks heerschzugt
te verbinden ; maar dat oogmerk bedekt
te houden.. Dit fmaakte den Stadhouder weinig,
nig , wiens jeugd vol drifts was ; maar de
staaten , merkt men aan , maatigden des-
zelfs vuur door hunne wysheid, en zyn vuur
zettede derzelver maatregelen fpoed by. Hieruit
ontftondt een ftaatkundig Stellel , dat der
Provintien eene meerderheid gaf boven andere
Ryken ; dat het evenwigt van europa her-
ftelde; dat ons ook tegen eene gedreigde flaa-
verny behoedde; en , eindelyk , dat den weg
baande tot willems verheffing op Engelands
throon. Toen Frankryk hem niet in zyne
belangen kon overhaaien , werdt ’t Prinsdom
Oranje verbeurd verklaard , om dat de Prins
eenige verbeteringen aan de muuren der Stad
van dien naam had laaten maaken. De Hollanders
deeden intusfehen de Africaanjche
Compagnie, door den Brandenburg fchen Keurvorst
te Embden opgerigt ,- vervallen. ------
Alle Vorsten van europa niets gedaan hebbende
dan verbonden te maaken , vielen de
Franfchen , eindelyk , in den jaare 1683 , ju
Vlaanderen. Spanje vraagde hierop van ons
hulp ; maar Amflerdam , fchoon willem de
III zelf daar kwam aan het hoofd, eener bezending
, hieldt de vermeerdering van zestien-*
duizend foldaaten tegen , des, hy misnoegd
vertrok, d’avaux, met die Stad handelende,
yvilde , dat de staaten zich niet begiqeien
zouden met de belangen der Landen , door
zynen Koniiig aangetast, om des1 te ligter de
Spaan