Kapiteins, dedel en bentink , vernield. -----
Het opontbod van den Gouverneur van St.
Eujiatius, op Engelands klagt, wegens het be-
gunftigen der Americciantn, en het neemeii onzer
Koopvaarderen door Engeland. ---- • De
gefchillen in O v e ry s fe l over het affchaffen der
Drostendienften. ----- Het vraagen der Friezen
om vrygeleide voor hunne Schepen , dewyl zy
er tweeduizend te huur lieten vaaren , en de
gefchillen over het al of niet geeven van ’t zelve.
----- Het opbrengen van twee genomen’
Engelfche Schepen in Texel door Mül jones.
----- De moeilykheden , door Spanje aan
onze Schepen toegebragt ----- Het Convoy,
onder ■ ’t bevel van den Graaf lodewyk van
byland , door de overmagt der Engelfchen genomen
en opgebragt----- Een onbepaald Convoy
, door de staaten gegeeven , toen wy
meer dan vierduizend zo groote als kleine
Koopvaardyfchepen in Zee, hadden. — r- R u s -
lands voorflag , ook aan ons gedaan , om tot
eene gewapende Neutraliteit ter Zee te treeden
, aangenomen töen het te laat was -----
Eene befchuldiging, dat Amjlerdam een heim-
lyk verbond met de Americaanfche Colonien
gemaakt hadt ----- De vrees voor eenen opftand
van het gemeen , in die Stad weggenomen
door een ftraatliedje Liefst Annaatje &c.,
waarvan men zegt dat er vyftienduizend ver-
kogt en verfpreid zyn ----- en eindelyk...
V . Wat volgde er eindelyk?.
A . Dit weet G y , dat Engeland , in het
einde des jaars 1780, tot den oorlog tegen ons
beüoot, toen er vyftig millioenen guldens der
Republiek in ongewapende Schepen op Zee
waren ----- dat veelen derzelven , van geene
vredebreuk weetende , zonder Dag o f ftoot
genomen werden ----- dat het weerlooze
St. Eujiatius door rodney veroverd en geplonderd
werdt ----- dat de braave Schout by
Nagt c r u l , by die gelegenheid, 141 een Zee-
gevegt fneuvelde ----- dat er klagten opgingen
over onbereide Oorlogfchepen ter onder-
fcheppinge van eene Engelfche Koopvaardyvloot
-----f dat eenige Hollandjche Steden ,
vooral Amfierdam, bezwaaren inbragten tegen
den Hertog van e r u n sw y k ------ dat de
Colonien Esfequebo en Demerary dooi de Engelfchen
veroverd werden — — dat de Keizer
, uit den twist voordeel bedoelende,
Oojlende tot eene ftapelplaats van den vryen
Handel maakte ------ dat veele Hollandfche
Kooplieden derwaards trokken , om hunnen
Handel niet geheel te niet te laaten loöpen------
en dat twee Fregatten , onder het bevel
van twee wakkere Zee-Kapiteinen , oorthuis
en MELViLLE, de eer des Vaderlands ophielden
in een gevegt tegen de Engelfchen. Dan het
geen door hen in het kleine gefchiedde , viel
in het groote voor in den zwaaren Zee-flag op
D oe