214 GEVOLGEN NA WILLEMS DOOD.
mant gefchikter was tot het volvoeren van
moeilyke onderneemingen. ----- In zynen tyd
was de Dichtbonst zeer vervallen : want het
vernuft fcherpte zich alleen tot Verdeedigfchrif-
ten. Toen men adem haalde , kwamen Taaien
Dichtkunde weer boven , en de Leidfche
Hooge School gaf niet weinig aanmoediging
tot de Weetenfchappen. Maar in willems tyd
bloeiden egter de Rederykkamers , en hy zelf
was de Prins van de Kamer der Violieren te
Antwerpen.
V . Welke gevolgen vernam men in den
Lande na willems treurigen dood ?
A . ’Er was wel eene zamenfpanning der
N a tie ; maar zy kon nog niet eene waare
vereeniging genoemd werden. Dit moest met
den tyd komen. De Tooneelen waren zeer
droevig, en fteeds afwisfelende.' Eerzugt dreef
de Grooten, Geraaktheid het gemeen: Vastheid
ontbrak. ’Er fcheen meer haat tegen den Spanjaard
, dan zugt voor de Vryheid te weezen.
De dood van anjou en willem den I nam
’s Volks Opperheeren weg , en liet de verbonden’
Provintien aan zich zelven over , die
door den voorfpoed des ontzaggelyken Vyands
in geene geringe onrust zaten. En daar Frank-
ryk en Engeland de staaten op eigen wieken
lieten dryven, moesten deezen het redden
zo goed z y konden. Maar te minder kon
dus de Eer der Verlosfing aan de Vorsten
der
der Waereld toegekend , te meer moest zy
aan den 'Godlyken Grondvester des Vaderlands
gegeeven worden. ----- Spanje w a s , tot onzer
Vaderen g e lu k , door de gevoerde Oorlogen
en de verhuizingen naar America , zeer verzwakt
; en een handyol Nederlanders waren
Helden geworden , die den vyand deeden bee-
ven. Ons kleen Land kreeg zelfs kragts genoeg
, om menen verweerenden oorlog te durven
voeren. Liefde voor het Vaderland eii
zagte Wetten kweekten Helden aan. De ruwe
beginfels, van Staatkunde begonnen zich te ontwikkelen
tot een geregeld Plan. ’t Gemeene-
best kreeg allengs vastheid , en begon zich
met luister aan europa te vertoonén. De
Koningen , die zo gemaklyk de opdragt der
Nederlandfche Gewesten hadden kunnen magr
tig worden , kreegen wel haast berouw over
de weigering, ’s Lands gelukkige ligging , de
bloeiende fcheepvaart der Ingezetenen , ’ t vernuft
en de vlyt werkten-te zamen, om hen tot
eenen fchrilt der vyanden , 'en tot een en nyd
der Nabuuren te maaken. Langs deeze trappen
klom' onze vrye Staat langzaam op tot
eene zo verwoudérlyke hoogte , dat hy daarna
de magtigfte Koningen het hoofd.,durfde
bieden. Laat ons dit fclioon Tooneel nu gaan
bezien. ----- Op den dag van willems dood
vergaderden de yerüaagen’ , doch niet moede-
looze staaten van Holland te Delft , en
O 4 b e -