te Haarlem. ------ Maar wie het fchoone
Standbeeld van erasmus te Rotterdam heeft
afgewerkt, weet ik U niet te zeggen. ------
Voor het overige heeft men nog zulke bekwaa-
me Beeldhouwers in ons Vaderland, dat men,
des noods , geen kundiger in Italië behoeft te
gaan zoeken.
V . Maar hoe zyn deeze fchoone Konften,
en vooral de Schilderkonst, in ons Vaderland
opgekdmen?
A . ilier- moeten wy tot de oude tyden
opklimmen. De Beeldhouwkonst liep , na
den val van het Romeinfche Keizerryk , in de
XV Eeuw , gevaar van ten eenemaal uitgeroeid
te worden , en zelfs van nimmer wederom
te zullen verryzen. Een zonderling, maar
geen lo fly k . middel heeft dat egter b e le t,
naamelyk, de Christenen van die tyden hebben
den ondergang der Beeldhouwkonst verhoed'door
hunne eerfte bekoorlyke eenvoudigheid
en zuiverheid te verhaten : want zo*dra
z y deeze dwaasheid begonnen, hadden zy noo-
dig de Afbeeldingen van Martelaaren , van
Boetelingen , en van andere ftervende Heiligen.
En wie anders, dan de Beeldhouwers,
konden dezelven leveren ? Dus heeft deeze
dwaasheid den ondergang der konst verhinderd.
De domme Grieken bragten wel de Schilderkonst
uit Conjlantinopole in Italië, maar üegts
in de beginfelen , dat is , zy maakten alleen
regtlynige - omtrekken van gedaanten , zonder
eenige verkortingen , o f zonder eenige fcha-
duwen , die met koleuren aangevuld werden.
ciMABüE leerde dat eerst van hun in de XIII
E e u w , en verbeterde dus de k o n s t, die
nog in haare kindschheid was. Niettemin
kan men van hem het tydperk van de her-
flelling de,r konst beginnen te- rekenen, g i -
o t t o , zyn leerling , bragt het verder , door
het wél befchouwen der natuur , en het maa-
ken zyner beelden naar leevende perfoonen.
Hy hadt wel veele leerlingen , die hem navolgden
maar zy bragten géene merkelyke
verbeteringen toe aan de konst. m a s s a c c io
floeg eindelyk , In het begin der X V Eeuw ,
daaraan de hand ; en omtrent dien tyd , dat
i s , , i n den jaare 1 4 1 0 , vondt een Vaderland
e r , JAN ' VAN EVCK geheeten , zynde te
■ Maaseyk gebooren , te Brugge de konst om
met Olyverw te fchilderen , by gelegenheid
dat hy een nieuw vernis-zogt , om dat over
zyne Schilderyen te ftryken ; en hy ontdekte,
dat gekookte lynolie het meest vast hegtte.
Des mengde hy zyne verwen met die olie ,
en vo n d t, dat ze dan van water niet te
vreezen hadden , en meer opdroogden. Een
zeldzaam ftuk van deezen Uitvinder , zynde
het oudlte overblyffel der eerfte proeve om
met oliverw te fchilderen , is te vinden, in
het Kabinet van den Heer c o r n e l is p lo o s