49§ TAALREGELS.' SCHRIFT.
vordere daarna eene verbindtenis onder allen ;
cn men regele dan het werk. ----- Onze
Taal wordt wéinig naar de regels wél gefchree-
ven , ’ t geen men ten deele aan de onkundige
Schoolmeesters moet toekennen , ten deele
aan eene traagheid , om zich op de taalkundige
regels regt toe te leggen. Men móet
egter belyden , dat het vermeerderd getal der
Dichteren en Dichteresfen ; dat de ftrenge berispingen
van fommige Taalkenneren,en het me-
nigvuldiger fchryven van Geleerden in onze
Spraak, nu meer in trein dan voorheen, zeer
veel hebben toegebragt , in de laatfte jaaren ,
•tot het naauwkeuriger waarneemen der Taal-regelen.
Mogt men de fpelling ook op eenen ge-
lyken voet brengen ! De maatschappy der
letterkunde te L e i d e n heeft gezags genoeg
om ze té bepaaleri ; en wie is zo flyfhoofdig
, die derzelver beüisfing niet zou Willen
volgen ? Deeze i s , onzes' oordeels , de eenige
wég , om eenmaal tot eene gelykvormigheid te
komen , en het nietig twisten over een paar
letters te doen ophoudén. ------ Het Handschrift
is thans op eenen anderen voet gebragt.
Voorheen hadt men Schryfletters, die men Loo-
pend Schrift noemde , dat voor veelen van
den tegenwoordigen tyd onleesbaar is , en afgekeurd
wordt , nu wy het zo genoemde I t a -
l i a a n f c h e Schrift hebben, lavater wil , dat
men uit het Schrift, veelal, het Karakter der
' * Men