gen. Niet met eene onbefuisde d r ift, maar
na ryp overleg komen z y tot een ft uk. In
de fchool des ongeluks zyn zy opgewiegd tot
ftoutmoedige daaden , en werden groot in het
midden des oorlogs 5 maar niet - ten tyde van
ru s t , gemak en veiligheid. ----- Onvermoeid
mag de Natie ook geheeten worden: want
zy leeft n ie t , gelyk andere Volken , door
haar Land ; maar zy geeft een beftaan aan
hetzelve. Hierom, nam Frankryk , na het ophouden
der burger-oorlogen , ons Land tot
een voorbeeld, om daarnaar handel en handtecrïng
te bevorderen. ----- - 'Edelmoedigheid en
Herbergzaamheid worden hier ook in eenen
hoogen trap vernomen. De ganfche Waereld
is by ons , om zo te fpreeken , welkom.
Een Vreemdeling is zo verzekerd van alle voor-
regten te zullen genieten , -als een Inboorling ;
en daaraan moet men toekennen , dat ons
Land altyd voorzien is van Koop- en Handwerkslieden
uit alle deelen van e u r o p a , waar
fchatting o f vervolging hen ter neêr drukken.
Hoe men de Frfinfchen en Duitfchers , verjaagd
o f verdrukt om den Godsdienst, hier
ontvangen h e e ft, getuigen nog de tegenwoordige
Nakomelingen dier Geflagten in onze
Gewesten.
V . Hoedanig is hier de Staatkunde?
A . Staatkunde kan hun niet ontzegd worden.
Altoos hielden z y een waaleend oog op
het
het geejn ’er in alle Waereld-Gewesten omging.
Z y waren groot in hunne vooruitzigten; onder-
fteunden ze door voorzigtigheid, dapperheid
en geduld ; flooten Verbonden met oordeel,
en niemant heeft daarin meer trouw gehouden
, hoewel zy naderhand zagen , dat ze tot
hun eigen nadeel uitliepen. Zagtheid en be-
fcheidenheid van Wetten en Regeeringsform
gaven zelfs aanleiding, dat de Vorften van
e u r o p a - dikwerf ons Land verkoozen tot be-
llisfing van gefchillen. Onder een zodanig
zagtzinnig bellier kan, elk gelyke voordeelen
door bekwaamheid en naarftigheid verkrygen.
Men kent iemant, die drie guldens bezat ,
toen hy op een Amfierdamsch Coinptorr kwam,
en nu één der vermogendften van die Stad
is. Duizend zulke loflyke voorbeelden heeft
men daar. En aan zodanige grondregels van
het bellier is men ’s Lands Volkrykheid ver-
fchuldigd , die niet zal afheemen , zo lang
men deeze zagtheid en verdraagzaamheid Op het
oog houdt. Om den Godsdienst is men wel
vervolgd geworden; maar men heeft andere
Gezindheden niet behandeld op gelyke wyze.
Jooden , overal verbannen , heeft men hier
ontvangen, geduld, en verdraagt ze nog.
Geenen zyn geftraft geworden , als zulken ,
die uitfpatteden. Hierom hebben de Room-
fchen altoos getoond eene ongeveinsde ver-
knogtheid aan het Vaderland te bezitten.- De
H li 2 btaa