FRIESLAND.*4 BATAVIEREN.
melanden en Overysfel. Zo wy der aloudheid
eenige achting toedraagen , dat wy
dan de vroege en de tegenwoordige Friezen
eerbiedigen , daar zy byna het eenige
Volk van geheel europa zyn , dat , ■ XIX
Eeuwen lang , zyne Vryheid zynen Naam
en een gedeelte zyns Lands behouden heeft.:
indedaad eene zeer aanmerkelyke zaak , die
men op dat kleine flipje gronds niet zou
zoeken , waardoor .het den roem der Oudheid
, die veele andere groote Ryken van
europa zich aanmaatigen , grootlyks doet
taanen. Zie daar de oude Landverdeeling
en gefleldheid, zo veel veffchillende van
de tegenwoordige.
V . En hoe waren de Inwooners?
A . Deeze Batavieren waren kloeke , fterk
gefpierde lieden , met blaauwe oogen en
een woest gelaat; gehard tegen koude en
bette , jagt en oorlog ; draagende eene bees-
tenvagt , om het ly f geflingerd ; zynde de
Vrouwen niet' van de Mannen onderfchei-
den , dan door eenen linnen hoofddoek met
purperverwige ftreepen , bedekkende rosagti-
ge o f geele haken , op ’t hoofd opgebonden.
Z y waren beroemd wegens hunne
fchranderheid , openhartigheid , kuischheid ,
goede trouw en herbergzaamheid. — - Eene
ras en nieuw opgeflaagen houten hut maakte
de wooning u i t , waarin het gezin leefde;,
LÉVÉNSWYZE. GODSDIENST’. *3
d e , en de noodzaaklyklle konflen verrigt-
te. O f zy de Schryfkonst verflonden ,■
flaat in gefchil. Vroeg werdt- de jeugd in
den wapenhandel onderWee'zen ; en de Vrouwen
zelve trokken mede ten oorloge, om
haare Mannen aan te moedigen tot heldhaftig
ftryden en het behaalen der overwinning,
Hun oorlogsftioêd werdt boven
dien van andere Duitfclie Volken geroemd;
en niet minder hunne bedreevenheid in het
zwemmen, in het pylen fchieten en wél
te paard ryden. Een Huwelyk , vóór het
twintigfle jaar geflooten , werdt eene fchan-
de gerekend. Een koppel osfen , een opgetoomd
paard, o f een wapentuig, waren
de Huwelyksgift des Br.uidegoïps : de Bruid
fchonk hem eenig ander wapen. Vleesch
van beesten . vrugten van het veld , ’ t wild
der bosfeheu , haver met garst tot eene pap
gekookt, een drank van haver o f ander
graan gebrouwen , waren het voedfel. Dus
droeg alles zigtbaare merktekenen van eenvoudigheid.
>— — Door alle nevelen fcheen
de misvormde waarheid van het denkbeeld
eens opperflen gods heen. Tempels noch
Afgodsbeelden werden gekend ; maar vóór
zekere Boomen in Bosfchen , die heilig werden
gehouden , deedt men offerhanden Mes
acht het niet waarfchynlyk, dat z y , be-
halven de Zon , de Maan en het V u u r ,