niet ronduit voor vry verklaard werden (want
de Spaanfche hoogmoed duldde dat niet); maar
in bedekte taal : ook hadden z y vryheid
om op Indie te vaaren , al was dat met zo
veele woorden niet uitgedrukt. ----- hendrik
de I V , meent men , oordeelde , dat de Re-
geering deezer Landen , beftaande uit zo veele
onderfcheiden’ deden , niet kon ftand houden
, en bewees des dezelven groote vriende-
lykheden , om ’er , als dan , Heer van te
worden, jeannin wilde maurits aan Frank-
ryk verbinden, en hem grooter maaken, hoo-
pende , dat de Republiek de gedaante van
een Vorftendom zou aanneemen , waarvan
Hendrik het hoofd en maurits de Befcher-
mer zouden weezen. Dan, oldenbarneveld ,
ten vollen inziende het gevaar van vreemde
Mogendheden zo veel gezags te geeven , de-
wyl men als dan eene éénhoofdige Regeering
zou hebben , ftiet dat plan omver , door uithiel
aan die overweeging te geeven. Dus
bleeven de Gewesten door de zorg der goede
Voorzienigheid vry! ------ In ’t zelfde jaar
rigtte men te Amjlerdam eene -zo genoemde
Bank op , tot gemak en verzekering van den
Handel , om dus daadelyk geld in kas , en
een onwankelbaar vertrouwen te hebben tot
verwisfeling van Ipeciën en bewaaring van gelden
, die niet beflaagen kunnen worden.
V . E n , na dit beflooten Beftand met Spanje
, haalde men, eindelyk, den vryen en blyden
adem ?
A . Dit kunt gy denken ! Een veertigjaari-
ge O or lo g, die zo veele duizenden in de
wapenen gehouden , die ftroomen bloeds ver-
gooten, en die de aandagt der heele Wae-
reld gewekt h ad t, wérdt dus gefchort voor
twaalf jaaren. Eu nu , nu begonnen eerst
de Zeven Gewesten, na zo veele farringen,
bedreigingen , aanvallen , , geweld , woede ,
verwoesting en dood geleeden te hebben het
zoete der lieve rust te proeven , als een vry
Gemeenebest , ontflaagen van alle oude Graaf-
lyke en andere knellende banden ; terwyl ook
de Godsdienst vry was , en elk het Geloof,
’t geen hem best fcheen , belyden kon. Een
zodanig bellier en verlosfing der Hemelfche
Voorzienigheid moesten alle verftandigen ver-
baazen. europa zag inderdaad vreemd to e ,
dat een klein brokje lands , eerst door verdeeldheden
gefqheurd, door armoede geprangd,
in krygskunde onbedreeven, en van hegte Bevelhebbers
voorzien , eindelyk de overhand
gekreegen hadt over de dappere , ervaaren’ ,
ryke en bekwaame benden van twee overmag-
tige piiiLiPSEN. Kooplieden , Matroozen en
Boeren hadden hun beiden de wet g e z e t ,
buitenlandfche Bezittingen bemagtigd , en waren
tevens in menigte en rykdom toegenomen.
Twee