geworden ? W y blyven des geneigd , om op
dien grondflag onze grootheid te bouwen ; en
wie heeft geen eerbied voor de bezitters van
Schatten ? Zo men deezen haat , waarom
heeft men dan ’ t geld by ons zo vuurig gezogt,
en waarom gefchiedt het nog ? Men weet
hier wel Rykdommen te verkrygen ; maar
men weet ze ook wél te bewaaren , willende
aan anderen de verkwisting gaarne over-
laaten. *----- Ook is ons Volk beter dan andere
Natiën bedreeven in het bellier der Geldmiddelen
, en maakt weinig zwaarigheid , om
des noods , groote opofferingen te doen. De
vernietigde AJiatiJche Compagnie van ' Embden
heeft dat ondervonden ; en men heeft ook
onlangs raad geweeten , om die van Antwerpen,
op gelyke w y z e , te doen buitelen. Laat
dan Vreemden fmaalen op ons en op onze
bezittingen , geen Land is ’e r , waar men, al
is men niet r y k , zo v r y , zo aangenaam ,
zo vergenoegd kan leeven. En dit is alles gezegd!
V . Maar is het Karakter der Natie niet
wat te gunftig getekend , te fterk gekoleurd?
A . G y wilt misfchien zeggen, dat ik meer
het Karakter van onze eerwaardige Voorvaderen
, dan van het tegenwoordig Geflagt getekend
heb ; dat onze Vrouwen, (die in fyn-
heid van gelaatstrekken, in blankheid, in fpaar-
zaamheid 'van huishouding en in keurige zindedelykheid
, zo dikwerf van anderen befpot ,
maar even ligt te verdeedigen, meest allen van
haare Sexe in andere Landen , o f overtreffen ,
o f ten minften evenaaren) niet meer zo fterk
uitblinken in Vaderlandfche Deugden, en even
weinig de Mannen , gelyk voorheen. En wat
zal ik U hierop antwoorden ? ’t Is zo , de
tyden zyn vo o rb y , dat jongens op fielten
de Grooten inhaaien , gelyk dit Keizer karel
den V gebeurde ; dat men niet meer illumineert
met eenen eenvoudigen lantaarn aan de
deur te zetten , gelyk Prins willem de I I I ,
op die wyze , eens te, xs Hertogenbosch ,
’s avonds, werdt ingehaald; dat men niet
langer, met eenen reiszaak onder den arm, te
voet naar de Staatsvergaderingen wandelt; dat
het uiterlyk onderfcheid tusfchen Mevrouw en
de meid niet dan in weinige plaatzen meej.
overgebleeven is ; ’t is zo , de Eenvoudigheid
, Eerlykheid , Trouw , Maatigheid ,
Kui$chheid , Nederigheid , Naarftigheid , en
andere Deugden zyn geweldig verre van de
Natie geweekcn: de Weelde, Wellust, Geld-
verkwisting , Dartelheid , Ontrouw en andere
' fchanden hebben duizenden verwonnen : de
veragting van den fchoonen Godsdienst heeft
het hoofd opgeftooken , en verbant braave
Zeden , vooral onder jonge Lieden , die deer-
lyk verwilderen, en zich aan de Waereld-
liefde overgeeven : maar hoe gewis dit mo-
■< o*p.