49a aanmerking.
ge z y n , en hoe zeer dat ons moge grieven
, dank z y gode ! dat ’er allerwege nog
veele braaven zyn , op welken het getekend
Karakter onzer Natie volkomen voegt. Deezen
dan erkennen wy alleen voor waare Vaderlanders
, en houden de anderen voor een valsch
gebroedfel. Zulke ontaarten van de vooröu-
derlyke Deugd mogen den neus ophaaien , zo
z y ooit deezé verwyten leezen : dan wy zullen
niet meer dan deeze aanmerking voor hun
hierby voegen. ,, De heilige gód heeft in
deeze laatfte jaaren veelen roeden gebruikt ,
om zodanigen tot inkeer te brengen ; maar
alles is vrugteloos geweest. N u , nu flaat
die regtvaardige Heer , mogelyk voor de laa't-
fte k e e r , nog ftrenger; en , zo dat niet
h e lp t, komt de ondergang des Vaderlands:
een denkbeeld , dat myn hart doet beèven !
De Natie gevoelt, wat onlangs, in de Maand
September van ’t jaar 1 7 8 7 , onzen Lande
overkomen zy. Veelen zyn aangetast geworden,
juist in hunne goederen , op welken het
hart zich zo vaak verheeven heeft, en waaruit
zo veel verderf in Zeden en Godsdienst is
voortgekomen. In zeven dagen lag alles ver-
ydeld , waarover men zeven jaaren gearbeid
hadt.” Welk eene verbaazende Regeering van
gód ! Welk eene fpreekende Voorzienigheid
van den Heer der Waereld tot ons Vaderland!
Mogt men dat . alles opmerken , erkennen ,
be-
OR.OOTE MANNEN. N 493
betreuren en zich laaten verbeteren! ■ Gebeurt
dit , dan zal men daarna gewillig en met
blydfchap betuigen : ,, poD is regtvaardig,
en zyne Regeering is voor ons wys en goed.
geweest! ” ’
V . Gy treft myn hart , dat over het Vaderland
weent, meer dan ik zeggen kan!
A . Ik zie met. genoegen j dat gy niet ongevoelig
zyt. Och o f niemant zodanig ware,
en bleeve! Dan, laat ons deeze fmerten eeni-
ge oogenblikken uit den zin zetten, en overgaan
tot edeler Lieden, die voorheen den Lande
tot den heerlykften luister waren, ’t Is wel
zo , dat ’er alle dagen geen erasmus , geert
DE RYCK, VAN DER WERF, DE GROOT, J. DE
WITT , DE RUITER , TROMP , BOERHAVEN j
o f , denkt men aan Vrouwen , geen kenau
Hasselaar , geene Mevrouwen van olden-
barneveld , o f de groot , onder ons op-
ftaan: evenwel heeft ons Vaderland, van tyd
tot ty d , kloeke, deugdzaame en.waardige Vrouwen.,
braave en geleerde Mannen geleverd ,
op welken wy geenen kleenen roem draagen.
En nog .ten deeze dage ziet men ’er van beide
Sexen k e v en , welker Naamen, nu van ons.
niet te noemen, gewis vereeuwigd zullen worden
in de Vaderlandfche Historie. —— W y
willen thans tot de weetenschappen overgaan.
Men wyze ons een zo klein Land
aan, waarin v y f Academiën en vyftien Illufire
Schoo