zich treflyk gedroeg; , dan , in verftand , bekwaamheid
en Staatkunde, moest hy voor zynen
Broeder zw ig te n .----- Laat ons nu , na
het afloopen van dit treurig Tooneel, een poos
rusten , en G y moogt intusfchen overdenken,
welke verwonderlyke gevallen , blyde en droe-
vige , het Vaderland in dit Tydperk heeft ondergaan.
W y zagen het jammerlyk einde van
twee waare Vaderlanderen, op eene on waardige
wyze uit het leven gerukt. „ O god ! wat
komt ’er van den mensch” zeide de gryze ol-
denbarneveld , toen hy het Haagfche Schavot
beklommen hadt , en den fchandelyken dood,
dien hy lyden moest, op het oog kreeg. ( bladz%
276) En behooren wy nu dezelfde verzugting
niet te doen , daar wy de glorie van twee
groote Vaderlandfche Mannen zo treurig hebben
zien ondergaan ? Hoe weinig kan foms de hoog-
fte Haat in de Waereld iemant beveiligen tegen
de laagfte vernedering; en hoe veel geruster is
het in eene laage Hulp, ; vergeeten , te leeven,
dan het hoogde bewind in handen te hebben,
en de neêrbuigingen der geheele Waereld te
ontvangen! — — In eene volgende Zamenfpraak
zullen w y befchouwen , hoe ’t den Lande,
ten deele door Frankryk overmeesterd , gelyk
reeds met één woord gezegd i s , daarna vergaan
zy.
*
ZESZ
A M E N S P R A A K
OVER D £
V A D E R L A N D S C H E H I S T O R I E .
Vaderland door de Franfchen verlaaten. Drie
Zeejlagen. Vrede met Engeland. Drie Provin-
tiên vry. Pooging om Willem den I I I te ver-
heffen. De Ruiter jneuvtlt. Vrede met Frankryk.
Vlugtelingen uit dat Ryk. Willem
de I I I op den Engelfchen throon. Oorlog
met Frankryk. Regenten van Goes gebannen.
Halewyn gevangen. Eed te
Rotterdam onder de Regenten. Dood
van Willem den II I .
raag. Nu zullen wy immers , volgens
uwe Belofte , bezien , hoe het den Vaderlan-
de , ten deele door de Franfchen vermees-
terd in den jaare 1672, daarna vergaan zy ?
Antwoord. Ja , laat ons nu daaraan de
hand Haan. Het opent ons een geheel nieuw
■ Tydperk , dat , na de verheffing van willem
den UI tot het Stadhouderfchap , begint, en
met