344 WILLEMS VERHEFFING.
dit niet vergeeten , waren de grondleggers
van een w e r k , dat ons Vaderland op den
oever des ondergangs bragt. Engeland was
toch zo dra niet gewonnen, of Frankryk
fpande met hetzelve te zamen , om de Duit-
fche Vorften tegen ons over te haaien, ’t
geen omtrent fommigen gelukte , den Keurvorst
van Brandenburg uitgezonderd. ------
piETER de groot , Zoon van den vermaarden
hugo de groot , toen Penfionaris van
Rotterdam , was de eerde , die te Parys de
vyandlyke inzigten van Frankryk ontdekte;
maar karel de II ontveinsde alles. —— In-
tusfchen kreeg Prins willem zitting in den
raad van staaten , voor wien Engeland
was ; doch Frankryk bekreunde zich weinig
aan hem o f aan de witt , zo hy karel
maar in zyne belangen hieldt. Eindelyk werdt
willem tot Kapitein- en Admiraal - G eneraal,
doen alleen voor éénen veldtogt, verheeven in
den jaare 167a. De verdeeldheden over dit
ftuk , zo lang geduurd hebbende , fleepten
jammerlyke gevolgen naar zich , dewyl zy
eene vaardige toerusting tot den oorlog , welken
men te gemoet za g , verhinderden. Wettige
redenen tot eenen kryg kon Frankryk wel
niet aanvoeren ; maar magtige Vorften bedienen
zich , wanneer zy dien zoeken, van
kleinigheden , die dan tot zaaken van groot
gewigt gemaakt worden: de Waarheid lydt ’er
engelands oogmerk. 345
egter altyd by. Zo verging het ons. lo-
PEWYK bezwaarde eerst den invoer onzer waaien
in zyn Ryk ; maar , toen geen vertoo-
gen daartegen hielpen, deeden wy ook zo
omtrent de zynen. Dit nam -hy euvel j doch
men ondernam hem te fusfen.
V . En dat gelukte niet?
A . Neen ! wat flaagt toch wél by trotfche
Vorften , die hun eigen vermogen en de on-
magt der tegenparty kennen ? Het drievoudig
Verbond , eerst zo hoog geroemd , en van
zo groot gewigt geacht , werdt eene hersfen-
-fchim. Zweeden liet zich verleiden. De Keizer
zou ftil zitten. W y flooten des een verbond
met Spanje , ’t geen lodewyk de XIV
niet beletten kon. Maar wat betekende zulk
een verbond met een Ryk zonder Schepen ,
zonder Volk , en zelfs zonder een geregeld
Beftier ! ----- Hierna vraagde karel de II
geld van het Parlement, om eene Vloot tegen
Frankryk uit te rusten , fchoon het op
ons gemunt was. Welk eene veinzery, eenen
Vorst onwaardig ! Alleen ontbraken nog voor-
wendfels , om ook eenige reden ter oorlogs-
verklaaringe te hebben ; en zy werden wel
dra gevonden. Voor ’s Konings jagt de Mer-
lyn, hoewel met eerfchooten begroet, de vlag
niet te ftryken op onze Kust , was eene
hoofdmisdaad , waarvoor men voldoening vorderde
op een’ hoogen toon. Boeken en Prenten
Y 5 wa