gekeerd, namen z y de Zeeroovery ter hand,
voeren naar Spanje , plonderden Terragone ,
en verdelgden Syracufe. De Saxen , hoewel
oorfpronglyk van geene zyde der E lv e »
Verlokt geworden door den veroverden buit,
voegden zich by deeze Zeefchuimers. D an ,
constantinus chlorus zogt hen op met
pen leger en eene vloot , en verdelgde
veele duizenden dier vyanden. constantie
nus de Groote volgde dien w e g , verfcheen
hier in den jaare 306 , flpeg de overigen ,
en wierp ascarius en regasius , twee
hunner Koningen , te j'rier ip den Schouwburg
vóór de beesten, .ligt geen hem geenen
roem van Menschlykheid gaf. Iien
niet verder in Ger manie willende beftooken,
bouyyde hy fterkten, langs den Rhyn tot
den Oceaan , om het Ryk te dekken. Maar
zo dra hadt deeze Vorst zynen zetel niet
verplaatst van Rome naar Confiantipopole,
of. z y , hunne kans waarneemende, vielen
de grenzen aan ; en de Franken > die hier
ingedrqiigen warep , deeden niets dan ter
Zee plonderen. Tegen hen zondt hy den
Veldheer julianus , d ie , door de Batavieren
geholpen, hen te Straatsburg ver-
flo e g , en de Saliers (eep ander V o lk , \
geen men hier eerst in de Historie ontr
moet, zo genoemd naar hun woonen aan
de Z e e , vpjgenp dep Griekjfchen porfprong
vap
van dat w o o rd , en onderfcheiden van de
Ripuariers, zo geheeten, om dat ze zich
aan de oevers der Rivieren hadden neêrge-
flagen) onderwierp; daarna de Chamaven,
die oyer den Rhyn woonden; en eindelyk
de Attuarien, gezeeten in Gelderland en
het Graaffchap Zutphen. ------ Na den jaare
360 begon het Eiland der Batavieren zy-
nen naam te verliezen. Z y leverden nog
wel hulpbenden aan de Romeinen ; maar
bezweeken voor de Over-Rhynfche Barbaa-
ren in den jaare 366 : zy kreegen egter
hun toen verlooren Veldteken in den flag
by Mets terug. De Saxifche en Frankifchs
Zeeroovers , zich te zamen verbonden hebbende
, verzwolgen de naamen der kleene
Volken , die toen ons Land bewoonden ,
en bleeven hunne ftrooperyen in Engeland
voortzetten. De. laat 11e krygstogt der Bataaf
feite hulpbenden ten voordeele der Romeinen
vindt men te Sultz aan den Nek-
ker , in den jaare 378 , tegen de Gothen;
maar hun naam verdwynt in de onlusten ,
die op den dood van theodosius den Groo-
ien volgden. Hierop vernam men , in den
jaare 395 , eene overllrooming der bovengenoemde
Volken , meestal Barbaar en , die ,
op aangenaamer Gewesten verlekkerd, mo-
gelyk weinig leed deeden aan ons Vaderland,
V> $ V,