Londen. Kabeljaauw en Schelvisch, Haring
en Bokking worden veel verzonden naar
Duitschland , en Brabant. ---- - De Visfchery
is gewis de eerfte en oudfte neering
onzes Lands geweest. Dan die van den Haring
is altoos de aanzienlykfte geacht boven
alle anderen. De Haring- visfchery wordt zelfs
in ’s Lands Papieren de Groote Visfchery genoemd
, in tegen Helling der Kabeljaauwvangst,
(die , ingezouten zynde, Labberdaan heet) welke
men van de Biscaaiers, voorheen groote Zeer
lied en, geleerd heeft, omtrent o f op Doggers-
bank te dryven, en den naam van de Kleine Visr
fchery voert. Veelen hebben teregt de Haringvangst
Hollands goudmyn genoémd. Voorheen
, rekent men toch , hadden honderdduizend
Menfchen in ons Land daarvan hun be-
ftaan : want daarby komen te pas houtkoo-
pers voor tonnen , kooplieden in hennip ,
kuipers , visfchers , nettenbreiers , zeildoek-
maakers , zoutkramers , inpakkers , ventjaa-
gers en meer anderen. . Tweeduizend Buizen
gingen toen naar Zee , nu geen tweehonderd
, uit de Maas en Noordholland: want
na dat het groote Haringnet te Hoorn was
gebreid , fchynt de Visfchery zich in die
Stad, doch nu meest te Enkhuizen, verplaatst
te hebben , waar de Buizen van dat Gewest
zamen komen. E n , na dat de Visfchers den
zo genoemden Buizen-Biddag in eene der
Ker-
Kerken aldaar gehouden , en eenen zegen van
g ó d over de aanftaande Visfchery gebeeden
hebben , fteeken zy te gelyk in Zee , om ,
van den vierëntwintigften Juny tot den vyf-
ëntwintigften November , ter vangst te .gaan.
Dan , in den nagt van den yiërëntwintigfteri.
Juny , wanneer de Haring naar de Schotfche
Kust gefchooten is , mogen de Visfchers de
netten eerst uitwerpen volgens bevel der staa-
ten. . Laater zakt die Visch a f naar de En-
gelfche K u s t, en fchiet ook in oiize Zuiderzee,
waarvan veelen gevangen , -gerookt, en , onder
den naam van Bokking zeer bekend , al-
lerwege in ons Land verzonden worden., De
ingezouten klaring heeft Herken trek. in America
, Duitschland, Brabant., Polen en elders.
Na dat de Franfchen , Schotten , Dee-
nen , Zweeden en Engelfchen, jaloers op de
voordeelen, die wy van deeze Visfchery trokken
, zich op dezelve met den. grootflen ernst
hebben toegelegd , is .de . onze geweldig gedaald.
Niettemin rekent men , dat nog vyf-
ëntwintigduizend onzer Inwooneren hierdoor
aan den kost komen; en de Hollandfche Haring
, die wél ■ behandeld en goed ingezouten
i s , behoudt allerwege zyne achting boven anderen:
— - De Walvisdivangst in liet Noorden
, die w y dok van de Biscaaiers geleerd
hebben , vordert eene kostbaare uitrusting.
T o t elk Schip rekent men vyféndertig duizend