2^4. DOOD VAN MAURITS.
aanffeg op Antwerpen mislukte : Breda, door
s p i n o l a belegerd , kon hy niet ontzetten : hy
werdt zieklyk , en ftierf in den jaare 162:5.
Men noemde hem te regt den tweeden Grondvester
der Republiek , die alle hoedanigheden
van een’ groeten Veldheer, naamelyk, dapperheid
, bedaardheid , werkzaamheid en voor-
z *gtigheid •> bezat. Ware alleen het geval met
o l d e n b a r n e v e l d niet gebeurd ! Zonder vleiers
en lieden , die den Godsdienst in de Staatkunde
betrokken , zou h y , meent men ■,
nooit zo verre gekomen zyn. Zyne vuurige
aart en krygsmans-drift konden geenen regenlan
d verdraagen. Hy fleet het leven ongehuwd
; maar eene overfchoone Adelyke Jonkvrouw
, n . v a n m e c h e l e n , deelde in zyne
liefde, by welke hy twee Zoonen h ad t, w i l -
l e m en l o d e w y k v a n n a s s a u , die , na zy-
nen dood , met Heerlykheden befchonken werden
, en welker nagellagt nog in ons Vaderland
bekend is.
V . Hoe werden de vaderlandfche zaaken
na MAURITS dood gered ?
A . Veele nieuwe Leden , by de gemaakte
veranderingen, in het Staats- en Steden-beffier
door MAURITS gebragt , deeden veele zaaken
a f , zonder de s t a a t e n raad te pleegen. Ongeregeldheden
waren daarvan de gevolgen;
want in veele plaatzen waren de beste en bekwaamde
Mannen afgezet: des wisten de
nieii-
SÏAAT DES LANDS. *85
nieuwe Leden geen goeden raad te geeven.
Sommigen durfden zelfs niets voor te dellen.
Menigmaal donden de s t a a t e n verlegen. Nie-
mant durfde de dem der Vryheid verheffen.
Egter hoorde men die van a l e x a n d e r v a n
d e r c a p e l l e n , Heer van Aartsbergen, een’
jong Geldersch Edelman. Een weerzin tegen
het Stadhoüderfchap was er opgekomen. Men
ondervondt de nadeelen der Godsdienstverfchil-
len , en de gemaatigheid kreeg' eenige krag-
ten. De Titel v a n ’s Lands A dvocaat, haa-
telyk geworden zynde , werdt veranderd in
dien van Raadpenfionaris. ,-1— Oostfriesland
en Kleefsland, in m a u r i t s laatde jaaren be-
magtigd, gaven alleen last aan ’t Bondge-
nootfehap. De:, geldmiddelen waren niet geregeld',
en bleeven zo tot den jaare 1629.
h ó l l a n d bezweek onder de belastingen , en
hadt , op ’t einde des oorlogs , eene fchuld
van honderd en vyftig millioenen. Veel leedt
men van de Duinkerkfche Kapers , nog meer
van de Algerynen, die , in dertien maanden
tyds , honderd en drieënveertig Schepen wegnamen.
Zonderling was...........
V . Wat was zonderling?
A . Dat men in een vry Land de voordee-
ligfte takken des handels aan byzondere Maat-
fchappyen afftondt , en andere Handelaars uitfloot.
De Groenlandfche Visfc-hery, onder den
naam van de Noordfche Compagnie, trok in den
be