die ons iets van de Bevolking gezegd
heeft ; ten minden zyn zyne Werken ons
nooit ter hand gekomen. Alle zulke vroege
Gebeurtenisfen werden, zo veel wy
weeten , in Gezangen bevat , die de Zoon
van den Vader leerde. Maar ook die Gezangen
zyn verlooren, De' nieuwsgierigheid
weent hierover j maar de Weetenfchappen
hebben zvvaarer verliezen geleeden. Eu wat
zal ik U dan van dit Tydvak zeggen ?
t Klinkt vreemd , dat wy hetzelve moeten
beginnen waar het eindigt , dat is ,
dat wy mets van de Gefchiedenis kunnen
z£SSea 5 maar alleen één woord van ’s Lands
gelegenheid , van de Bewooners en derzel-
ver Zeden , zo als de Romeinen die vonden
en befchreeven hebben.
V . Dus moet i k , zo wel als een ander
, my daarmede vergenoegen!
A . Ik wil U iets van dat alles zeggen, op
dat G y weeten moogt, hoe Land en Volk
cn Zeden oulings waren , en daarna veranderd
zyn. •----- Twee armen van de Rivier
den R h y n , waarin die fchoone Stroom
zich verdeelde by het tegenwoordige Schen-
kenfchans , van welken één , onder den behouden
naam van Rhyn , by Katwyk in de
Zee uitwaterde ; en dë andere , voerende
den naam van W a a l, zich te Gorinchem
met de Maas vereenigde , en ,. zuidwaards
af
af zich krommende , zich mede in Zee
loosde : deezè twee armen des R h y n s ,
zeg i k , vormden toenmaals een Eilan d ,
dat zevenentwintig mylen lang , en alleen
zeven* .breed was. Dan , den eerften arm
zich verder in verfcheiden’ takken verdee-
lende, eer hy aan de plaats der loozing
in de Zee kwam , zo vormden zyne takken
eenige Meiren , van welken het grootfte
en oostelykfte , Flevo geheten , toen gering
, -nu zo uitgebreid , onze tegenwoordige
Zuiderzee is. ------ De Batten o f
Batavieren, woonende aan de E d e r , eene
Rivier tusfchen Hesfenland .en het Graaf-
fchap Waldek , d ie , zich Telkens ontrust
vindende door roofzieke Nabuuren , Katten
genoemd, beflooten , omtrent ééne Eeuw
vóór ’s Heilands geboorte , ftiller oorden
op te zoeken , en zich op het gemelde
Eiland , hier door den Rhyn gevormd , neêr
te flaan. Van dien tyd a f kreeg dit Eiland
den naam van het Eiland der Batavieren
, d a t , mogeiyk , toen van Inwoo-
ners geheel verhaten was. Dus werdt een
groot deel van Gelderland, Holland en
Utrecht bevolkt. . Allen befloegen egter dat
Eiland niet : een groot deel nam de plekken
in tusfchen Maas en Waal , en verder
in Gelder- en Kleefsland. De Friezen
bewoonden toen Friesland , Groningen , Omme