te Corbie in Picardie , onfchuldig , in een
l’teekfpcl , waarop hy gcnoodigcl was , vermoord
door den Graaf van cLermont ,
die jaloersch was geworden , om dat zyne
Gemaalin , de vaardigheid van den fraaien
floris uit een venfter aanziende , hem te
hoog ;gepreezen h a d t, het geen ten gevolge
hadt , dat zyn Neef dirk , Graaf van
K l e e f , geholpen door de Duitfche Ridders ,
woedende , op den Graaf van clermont
aanviel , en hem nevens andere Franfche
Ridders uit weerwraak om hals bragt. In
vyfëntwintig jaaren raakten dus drie Graaven
, en , in langer beloop van tyd , meer
dan twintig , by zulke gevaarlyke fpelcn ,
ongelukkiglyk , om het leven. *----- Zyn Zoon
Willem de II was niet voorfpoediger, fchoon
hy , in den jaare 1247 , tot Roomsch-Ko-
ning verheeven werdt , in welke waardigheid
hy zich , wegens den Herken tegenftand
van fommige Ryksvorsten , niet kon hand-
haaven ; en dewyl - dus zyne verkiezing
niet algemeen is geweèst , wordt hy door
de Duitfchers niet geteld onder hunne Ko-
ningen. Hy trok naar Geneve, om door
den Paus gekroond te worden ; en g a f ,
op die re iz e , aan den Huize van Mau-
rienne en Savoie verfcheiden’ leenen en vergunningen
op Turin en andere plaatzen ,
die den grond gelegd hebben van die
groot
grootheid , tot wélke wy hetzelve thans
zien opgeklómmèn. '• In den winter opgetrokken
zynde tegen de Westfriezen, die onwillig
waren om langer der Graaven juk
te draagen , en tegen welken de Kasteden
Heemskerk en Toorenburg vrugtloos gebouwd
waren , viel Willem , die , 'in den eer-
ften nagt na zyne bruiloft' , in de vlammen
van 'het in brand geraakte paleis te
Brunswyk , zou zyn omgekomen , ware zy-
ne Prinsfes niet ontwaakt, en badtze hem,
by de hand leidende , niet afgebragt langs
eene haar bekende trap ; die naderhand
nog cens een dergelyk ongeluk1 te Nuis
ontkwam ; die , ten derde maale , te
Utrecht in gevaar was , om door eenen
zwaaren Heen, wélken een booswigt hem naar
het hoofd wierp , doch gelukkig maar even
hem voorby vloog , het leven te verliezen:
nu , zeg ik , viel willem , lyvig , zwaar
geharnascht en. te paard gëzeeten , door ’t
ys , met. riet belegd, in het 'w a te r, en
werdt door zyne vyanden , zich houdende“
als o f zy hem niét kenden, afgemaakt iri
den jaare 1256. Drie groote gevaaren ontkomen
zynde ■, raakte hy d u s , in het
vierde , van k a n t, en werdt ■' zeer beweend
door Haarlem , Delft en Dordrecht , wegens
de groote vergunde voorregten : want
d ew y l, volgens het Lcenftelfch, de Leenhee-
D 3 ren