• riür KLAGT OVER frankrvk.
gatie fcheen geen nadeel te doen. De nay-
ver van andere Volken , en vooral der Zee-*
fchuimeren , werdt door deeze welvaart ontvonkt;
maar het gezag eener Vloot onder het
bevel van de ruiter deedt den vrede met
S a lê , Tunis en Algiers herleeven. D an ,
Frankryk , op ons gebeeten federt den Mun-
jlerfchen vrede , en ’t welk wy ook indedaad
te veel verlaaten hadden , gelyk bykans anderhalve
Eeuw genoeg geleerd heeft tot onze
fchaade ; Frankryk, zeg ik , leide eene zwaa-
re belasting op vreemde Schepen, die in des-
zelfs Havens kwamen laaden ; begunftigde
daarenboven veele Vrybuiters , tegen welken
geen klaagen baatte ; en zogt ons , nevens
Engeland en Portugal, te dwingen tot eene
verbindtenis tegen Spanje. ----- Toen men
de vrugteloosheid van ’t klaagen vernam,
zondt men, in den jaare 1657, de ruiter
a f op de Vrybuiters, onder welker voornaam-
ften men telde eenen Ridder van M a l t h a de
la lande genoemd , met wien de Holland-
Jche Admiraal, vóór veele jaaren, een zonderling
geval hadt: naamelyk, toen deeze nog een
Koopvaardyfchip voerde , werdt hy door hem
genomen , en kon niet vry komen, de la
lande vraagde hem „ o f hy geen dorst hadt,
en wat hem lustte , water of wyn? De
kloeke de ruiter antwoordde hem rustig r
„ w ater, zo ik een gevangen ; wyn , zo ik
bewaarde vrede. 325
een vry man ben.” Dit antwoord behaagde
dermaate aan den Roover , dat hy hem liet
zeilen. N u , zo langen tyd daarna, werdt hy
door de ruiter vermeesterd , dat Frankryk
euvel nam, en deswege alle Schepen belloeg,
hoewel de Fravfche Vrybuiters, in negen jaaren
, omtrent drie honderd Schepen veroverd
hadden, ’t Werdt egter gefchikt. De vrede
bleef, en de staaten waren gered uit dit netelig
ft uk-. Aan de witt en de ruiter, de
twee g'rootfte Mannen der Republiek , werdt
daarvan de eer gegeeven.
V . En overal hieldt men vrede?
A . Terwyl de Engelfche Zeemagt met fchrik
werdt aangezien ; en de Franfche roofde,
verdeedigden de Hollanders het regt der Z e e ,
zoekende het evenwigt te bewaaren tusfchen
de nabuurige Mogendheden , en te beletten,
dat de eene de andere niet overtnogt. Door
vermeesteringen groot geworden , oordeelde
men zich n$in verpligt aan Zweeden o f Frankryk.
De omhelzing van dit nieuw Plan deedt
de Républiek meer hellen tot de zyde van
Spanje en Deenemarken. De ondervinding
leefde egter , dat men beter gedaan zou hebben,
zo men zich meer aan Frankryk gehouden
hadt. Deeze zugt tot bewaaring des even-
. wigts , en tot de vryheid der Oostzee deedt
de staaten eene fterke Vloot onder de ruiter
afzenden , die het beleg van Dantzig,
X 3 door