4 1 6 NADEEL DOOR ENGELAND.
’er ons ook in fleepen , doch w y weiger-*
den zulks. De Engelfchen volgden hunne
oude Staatkunde , toen wy ’er ryke winsten
uit getrokken zouden hebben, naamelyk, door
dat ons betaald te zetten, en , onder voorwend-
f e l , dat onze Schepen ongeoorlofde goederen
voeren , dezelven verbeurd te verklaaren tegen
het Verdrag van Zeevaart, geflooten in den
jaare 1674. Doch een ander ongeval van don-
kerer uitzigten gebeurde wat laater, dat wy na
eene korte verpoozing willen bezien. Het blykt
d u s , dat het bellier der staaten in dit Tyd-
perk roemryk was , en, ware men met geehe
zwaare fchulden wegens den oorlog , in des-
zelfs aanvang gevoerd , bekaden geweest, of
hadt men betere voorwaarden by den vrede
bedongen , het Vaderland zou toen tot eenen
hoogen trap van bloei wedergekeerd zyn.
Dan , het voegt ons hier te bedenken , dat
het lot der Volken van Hem a fhangt, die de
Waereld regeert. En och o f wy dat nooit
mogten vergeeten!
A G T S T E
Z A M E N S P R A A K
O V E R DE
V A D E R L A N D S C H E H I S T O R I E .
Dood van Keizer Karei den K I . Oorlog met
Frankryk. Kerliezen. Staats - omwenteling.
Willem de I K Stadhouder. Krywillige
G ift. Aanfpraak van Kernede. Krede.
A f gezette Regenten. Pagteryen. Col-
lette. Posteryen. Dood van W illem
den IK . Anna. Huis te
Britten. Aardbeeving. Water-
beroering. Willem de K Stadhouder.
Oorlog met Enge-
land en met den Keizer.
Kaderlandfche Onlusten.
V raag. En nu gaan. w y over tot de be-
fchouwing van ’s Lands lotgevallen in deeze
laatfte tyden?
Antwoord. Ja: wy gaan over tot het laat-
fte Tydperk der Vaderlandfche Gefchiedenis.
Hetzelve neemt zynen aanvang met het jaar
1740 , en loopt af met het tegenwoordig jaar
1790. Twee oorlogen, dén in ’t begin en een
D d an