ik w e e t , heeft men in ons Vaderland niets
daarvan vernomen.
V . Van welken inhoud was dezelve?
A . Laat my U vooraf zeggen , dat de
bekwaame Vernede geene kleene voorzigtig-
lieid noodig hadt by het doen deezer Aan-
fpraak , dewyl de onderhandelingen des vre-
des toen reeds begonnen waren, en hy w is t,
dat de veroverde Stad wederom tot de zyde
der staaten zou komen* Dan , hiervan
mogt niet gerept worden. Een overwonnen
Volk moest door dien Leeraar, met onderwerping
aan den zegepraalenden Veldheer , fpree-
ken. En hoe denkt G y , dat het ftuk werdt
uitgevoerd ? Na eene Inleiding, bevattende
de belofte van gehoorzaamheid, ging de wel-
fpreekende vernede dus voort : „ W y ,
dienstknegten van den God der liefde en van
den Vorst des vredes , zullen van den Hemel
voor U niet bidden nieuwe laurieren , (als
tekens van Overwinning) daar ze altoos met
bloed geverwd zyn. En zoudt G y , na den
ryken oogst, die reeds daarvan door U is in gezameld
, nog fchitterender kunnen verlangen ?
D an , de Helden hebben meer dan ééne glorie.
Eene zodanige , welke de edelheid , de
grootmoedigheid van hunne gevoelens , en de
zegeningen van' zulken , welken aan dezelven
hun geluk verfchuldigd zyn , hun bezorgen,
|s niet minder onverwelklyk. Mogt G y deeze,
en ten zelfden tyde de anderen, die G y ver-
kreegen hebt door uwe daaden , veele jaaren
genieten! En mogt G y , als uwe gedagtenis zal
overgebragt zyn tot de Nakomelingen, U ver-
heeven zien tot de eenige, waare , onfterfeiyke
G lorie!” ----- Zie daar eene korte Aanfpraak
, waarin de Overwinnaar hulde ontving;
maar waarin h y n ie t gevleid, waarin niets hem
gewenscht' Werdt tot nadeel des Vaderlands.
Uiterften moesten hier vermyd, de middenweg
alleen gehouden worden.
V . Inderdaad deeze Aanfpraak, mag ik myn
gevoelen zeggen , bekoort my ; maar kwam
de vrede, 'waarvan'men iets wist , tot hand?
A . Ja, na het inneemen der' Stad hielden de
vyandlykhedeli op , en de vrede werdt daarna,
in hetzelfde ja a r , te A k e n , tot onze over-
groote blydfehap geflooten ; doch w y gevoelden
de bittere fmerten, gefprooten uit de oude
dooling van #ns zo diep gemengd te hebben
in de ftaatkundige belangen van andere Vor-
ften. ’t Vaderland kreeg ook wel de verlöo-
ren Barrière terug ; maar in eenen flegteren
ftaat , dan vóór den oorlog. De Schatkist
was daarby ledig , de Handel geknakt , het
verarmde Volk onder belastingen gebukt , en
het Land verdeeld. Schandelyker en fchaade-
lyker oorlog hadt het Vaderland dusverre nooit
gevoerd , waarvan wy de naween nog gevoelen.