toonden de Engelfchen Dader , wie zy waren v
daar ze eischten , dat men gelykcrhand zon
oorlogen , en niet zonder elkanderen vrede
maaken: ook twistte men toen reeds over het
opbrengen van Schepen. Men kwam egter ein-
delyk tot een verdrag , en de beroemde w i t -
s e n ondertekende dat, doch al beevende, de-
wyl het bedingen van eenig voordeel voor onzen
Koophandel nutteloos w a s ; en w i l l e m de
I I I , toen men van de vernietiging yan c r o m -
w e l s Acte van Navigatie fprak, antwoordde;
dat het nog geen tyd was daarvan te reppen:
naderhand betuigde hy , dat zulks ondoenlyk
Ware. Dit waren de vrugten van onze uitftee-
hende dienden , aan Engeland gedaan. Het
Ryk was door ons alleen behouden; maar bet
kon niet befluiteu , c r o m w e l s onregtvaardige
ASte, die voortging den doodfteek aan onzen
Koophandel te geeven , te vernietigen. Dus
vonden de s t a a t e n geene erkentenis by Engeland
voor den allergewigtigften dienst, aan dat
Ryk b ew e e z e n . ----- De Engelfchen, w i l l e m
den III tot Koning hebbende , waren fchielyk
wars van hem, en hy ook hen moede; des hy
weer naar Holland wilde : doch men bewoog
hem met traanen om daar te blyven. Een V o lk ,.
gewoon gemeenzaame Vorsten te hebben, kon
.zich niet wel zetten naar eenen Koning , die
agterhoudend en koel was , die meest in ’ t
Kabinet zat te werken, of op de jagt was :
en
ctt hy kon hen, niet zo getMklyk als de N e derlanders
, tot zyn gevoelen overhaaien .* des
men zelde , dat hy met moeite Koning Vaii
Holland, doch met gemak Stadhouder valt
Engeland was geworden , en als zodanig van
beiden bleef. Het eerfte gaf hem zeker meer
genoegen , dan het laatfte* De Koninglyke
Heerfchappy van Grböt-Bnttahnie moge minder
aan Verantwoording onderworpen zyn ; maar
Zy ge e ft, wegens de bepaaling en deil aart
der wispeltuurige Natie , minder vermaak.
V . En w i l l e m , in Engeland zynde, ver*
gat ons Vaderland ?
A . In geenen deele ! Geheel anders toon*
den zulks de gefchillen met Amfterdatn over
de aanflelling van Schepenen , en zyn -aan*
drang, om den Engelfchen Graaf van P onland
in de Vergadering van Hollands s t a a t e n te
dulden. ----- Geheel anders het gelchil te
Goes, alwaar Burgemeefter w e s t ë r w y k door
’t Vólk gedwongen weidt tot het bewaareti
der Voorregten by de verkiezing der Regen*
ten. De Stadhouder , oordeelende dat herti
dat regt toebehóorde , zondt, eenige troepen
naar de Stad , tegen welken Burgemeefter
e v e r s d Y k de poorten flo o t , en eenige Burgers
in de wapenen bragt , dewyl het inlaa-
ten van krygsvolk tegen de Privilegiën ftreedt.
Toen het ’er op aankwam , wilde o f durfde
men zich niet met geweld verzetten tegen die
B b ben